De rebellie van 1815, algemeen bekend als Slachters Nek
(1903)–H.C.V. Leibbrandt– Auteursrecht onbekend
[pagina 658]
| |||
tuigenis hem klaar en duidelijk was voorgelezen, er bij te blijven, niet begeerende dat er iets aan toegevoegd, of er van weggenomen zoude worden, uitgezonderd alleen, ‘dat hij, de getuige, Gerrit Pieter Bezuidenhout gevraagd hebbende, wie het eerste schot had afgevuurd, zijn broeder Fredrik of de troepen? de gezegde G.P. Bezuidenhout geantwoord had, dat, zoo als hij gehoord had, zijn broeder Fredrik het eerste schot had gedaan. Waarop de gedaagde, Willem Prinslo, Claas zoon, de volgende kruisvraag aan den getuige deed:-
Ter bekrachtiging van de waarheid waarvan, de getuige deze solemnele woorden sprak:- ‘Zoo helpe mij God Almachtig’! In tegenwoordigheid van den gevangene, Willem Prinslo, Claas zoon, die verklaarde niets verder te hebben om aan den getuige te vragen. Gedaan te Uitenhagen, den 5den Januarij 1816.
Commissarissen: (Get:) P. Diemel, W. Hiddingh. (Get:) G.D. Geere.
In mijne tegenwoordigheid, (Get:) G. Beelaerts van Blokland, Secretaris. |
|