U.1. No. 65a.
Herziening.
Verscheen voor de gezegde Speciale Commissie, de bovengenoemde Martinus Prinslo, Senior, die verklaarde, na dat zijn bovengemelde getuigenis hem klaar en duidelijk was voorgelezen geworden, er bij te blijven, niet begeerende dat er iets aan toegevoegd, of er van weggenomen zoude worden. Ter bekrachtiging waarvan hij deze solemnele woorden sprak:-
‘Zoo helpe mij God Almachtig’!
In tegenwoordigheid van de gevangenen, Hendrik Frederik Prinslo, en Cornelis Faber, die verklaarden geene kruisvragen te hebben om aan den getuige te doen.
Commissarissen.
(Get:) P. Diemel,
W. Hiddingh
Gedaan te Uitenhagen, den 4den Januarij 1816.
(Get.) Martinus Prinslo.
In mijne tegenwoordigheid,
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.