Waarop de gevangene, Cornelis Faber, de volgende vragen aan den getuige deed:-
1.
Was uw kameraad Jan met mij toen ik gewond werd? |
Antwoord: Dat weet ik niet, maar ik heb het zoo van Jan gehoord. |
2.
Weet gij het wel dat ik met Johannes Bezuidenhout ben te huis gekomen? |
Antwoord: Neen; maar ik had zoo veel te vertellen, dat ik dit vergeten heb. |
Daarna bleef getuige bij zijne verklaring in tegenwoordigheid van de gevangenen, C. Faber, A. Engelbrecht, en F. Marais, die verklaarden dat zij geene verdere kruisvragen hadden om aan den getuige te doen.
Gedaan te Uitenhagen den 13den Januari 1816.
Dit X is het merk van Hendrik Kees, die verklaarde dat hij niet kon schrijven.
Commissarissen,
(Get:) P. Diemel.
W. Hiddingh.
In mijne tegenwoordigheid.
G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.