Q 3. No. 10.
Herziening.
Verscheen voor de Speciale Rechts Commissie, de bovengemelde Matthew McInnes, die nadat zijne getuigenis hem klaar en duidelijk was voorgelezen geworden, verklaarde er bij te blijven, niet begeerende dat iets er aan toegevoegd of er van weggenomen zoude worden, alleenlijk uitgezonderd dat ‘twaalf geweren, en niet tien met de wagens waren gevonden geworden.’ Ter bekrachtiging van de waarheid van alle welke, de getuige deze solemnele woorden sprak:-
‘Zoo helpe mij God Almachtig.’
In tegenwoordigheid van de gevangenen, Cornelis Johannes Faber, Frans Marais, Stephanus Cornelis Bothma, Andries Meijer, Abraham Carel Bothma, en de weduwe van wijlen Johannes Bezuidenhout, alsmede van den gedaagde, Piet Erasmus, Piet's zoon, die verklaarden geene kruisvragen te hebben om aan den getuige te worden gedaan.
Gedaan te Uitenhagen, den 12den Januarij 1816.
(Get.) M. McInnes,
Luitenant Kaapsch Regiment.
Commissarissen:
(Get.) P. Diemel,
W. Hiddingh.
In mijne tegenwoordigheid,
(Get.) G. Beelaerts van Blokland,
Secretaris.