Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694
(1976)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrechtelijk beschermdGepubliceerd in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Korte inhoud:Proeven met vast phosphor. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Figuren:De 5 gegraveerde figuren zijn bijeengebracht op één plaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerking:De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op [A]. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Letter No. 133 [79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Published in:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Summary:Experiments with solid phosphorus. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Figures:The five engraved figures have been grouped in one plate. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Remark:The text as printed here is based on [A]. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland, den 24. February. 1694.
HOOG EDELE HEEREN.
Ga naar margenoot+Ontrent drie jaren geleden, komt by my seker Hoogduyts Heer, die tot my zeyde datGa naar voetnoot1) Doctor Midicinae was, en dat zoo uyt Engelant quam, deze dede my de gebiedenisGa naar voetnoot2) van verscheyden Heeren uyt London; na dat den zelven eenige tijd by my geweest hadde, bragt hy voor den dag, een kleyn Flesje met water, waar in onder op de gront lagen, eenige weynige stukjens witagtige stoffe, verbeeldende in 't bloote oog wit wasGa naar voetnoot3), dat een weynig na den geele was hellendeGa naar voetnoot4). Hy nam een stukje van die stoffe uyt het water en trok of schreef daar mede eenige letters zoo groot ontrent als een lit van een vinger op een klat papier, en al hoe wel men met het bloote oog gans nietGa naar voetnoot5) op het papier en konde bekennen, nogtans vertoonden alle de getrokkene letters wanneer wy met het zelvige in een duystere plaats gingen, even als of het papier stond en brandeGa naar voetnoot6) ter plaatse daar hy met de gezeyde stoffe het papier hadde aangeraakt: dog dese brand was zeer bleek, ofte bleykGa naar voetnoot7). Wanneer ik dit papier eenige uuren daar na in 't donker nog bezag, zoo waren de letters helder ligtGa naar voetnoot8). | |||||||||||||||||||||||||||||||
Delft in Holland, the 24th February 1694.
VERY NOBLE SIRS,
Ga naar margenoot+About three years ago, there came to me a certain High German Gentleman, who said to me that he was a Doctor Medicinae, and that he had just come from England; he gave me the respectful greetings from several Gentlemen from London. After he had been with me for some time, he produced a Vial with water, on the bottom of which there lay some few tiny pieces of a whitish substance, appearing to the naked eye like white wax, slightly tending towards yellowGa naar voetnoot1). He took a little bit of that substance out of the water, and drew or wrote therewith a few letters about the size of a joint of a finger on scribbling-paper, and although with the naked eye one could not perceive anything at all on the paper, nevertheless, when we went with the paper to a dark place, all the drawn letters appeared as if the paper were burning in the places where he had touched it with the said substance: but this glow was very paleGa naar voetnoot2). When I looked at this paper again a few hours afterwards in the dark, the letters were brightly luminousGa naar voetnoot3). | |||||||||||||||||||||||||||||||
Vorders nam hy een kleyn stukje van die stoffe, en leyde het tusschen graeuw papier, en hy vreef zes â. agt maal gins en weerGa naar voetnoot9) zeer schielyk met een stokje of yet anders, op het papier, ter plaatse waar onder die stoffe lag, en ik zag met verwondering, dat het papier in dit vrijven, in een starke brand vloogGa naar voetnoot10). Deze verhaalde stoffe zeyde hy Doctor dat uyt oude Pis gedisteleert wierdGa naar voetnoot11), en dat die niet goet te houden was, of zy most onder water leggenGa naar voetnoot12). Den zelven vereerdeGa naar voetnoot13) my een kleyn stukje, daar van ontrent nog een groote spelde hooft groote, onder my is berustende, en hebbe tot drie destincte reysenGa naar voetnoot14) het hier vooren verhaalde in 't werk gestelt, en altijts niet alleen, de verhaalde uyt komst gehad, maar ook gesien, dat de getrokke letters, als ik die zoo na aan het vuyr bragt, dat het papier warm werd, dat dan het papier al waar de letters getrokken waren, in brant vloog, en de brant aanstonts zig verder verspreydeGa naar voetnoot10). Dien Heer versogt verder een schoon glas met water, dit bekomen hebbende nam hy een tweede Flesje gevult met een helder nat, en goot uyt dat Flesje, een weynig nat in het glas met water, als wanneerGa naar voetnoot15) eenig rook, en ook een zeer flaeuw ligt, van het water afgingGa naar voetnoot16). Zeker persoon van mijn kennis die buytens Lant is, zent my met de Post een kleyn Flesje met water, al waar in was ontrent een halve ert groote stoffeGa naar voetnoot17), | |||||||||||||||||||||||||||||||
He furthermore took a tiny piece of that substance and put it between gray paper, and he rubbed six or eight times very quickly to and fro on the paper with a little stick or something else in the place under which that substance lay, and I saw to my astonishment that the paper, during this rubbing, caught fire very stronglyGa naar voetnoot4). He, the Doctor, said that this aforesaid substance had been distilled from old PissGa naar voetnoot5), and that it could not be kept in good condition unless it lay under waterGa naar voetnoot6). He presented me with a tiny piece, of which an amount about the size of a large pin-head is still in my possession, and up to three times I acted as described heretofore, and invariably I not only obtained the result described, but I also saw that when I brought the drawn letters so close to the fire that the paper became hot, the paper began to burn in the places where the letters had been drawn, and the combustion at once spread furtherGa naar voetnoot4). This Gentleman also asked for a clean glass with water in it; having received this, he took a second Vial, filled with a clear fluid, and poured out of that Vial a small amount of fluid into the glass with the water, upon which some smoke, and also a very faint light, came from the waterGa naar voetnoot7). A certain person of my acquaintance, who is out of the Country, sent me by Post a Vial with water, in which there was a substance about the size of half | |||||||||||||||||||||||||||||||
dat hy zeyt berg werkGa naar voetnoot18) te zyn, en noemt het ligt der natureGa naar voetnoot19), dit was zeker Heer Chimicus in die stad, al waar hy doen was, mede gedeelt, met by voeginge, dat het die Heer, van wien hy dat hadde ontfangen, mede was vereertGa naar voetnoot13), en dat ik de helft hadde van die vereerde stoffe, en dat hy gesien hadde dat dien Heer de stoffe uyt het water nemende, en in de hand leggende, van alle kanten een damp wasem, of rook van sig stiet, en dusGa naar voetnoot20) de hand een weynig onder een tafel-kleet in 't duyster houdende, ligte, en vuyrde die stoffe als eenig verrot hout enz: Deze stoffe en hadde ik niet bekomen, of ik oordeelde dat het van die stoffe was, die hier vooren hebbe geseyt, die ikGa naar voetnoot21) van de HoogduytseGa naar voetnoota) Heer hadde ontfangen. Want als ik die met het bloote oog beschoude, ende der zelviger uytwerkinge te proeve stelde, zoo waren dezelvige malkanderen zoo gelyk, als of die van een stuk waren afgebrooken geweest; ik hebbe als doen, de stoffe na mijn vermogen geexamineert, ende de aantekeningen die ik daar van gehouden hebbe zyn deze. Ga naar margenoot+Ik hebbe de stoffe met het water uyt gegooten, en een stukje zoo groot als een spelde hooft van het zelvige zoo als het onder water lag, daar van afgesneden, na dat ik al vooren een glaasje tot mijne observatien dienstig daar toe bereyt hadde. Dit stukje stof op het glaasje leggende, bragt ik aanstonts voor het vergroot glas, en zag dat rondom het zelvige lag, een weynig vogtigheyt, ende dat de stoffe my als een duyster lighaam voor quam, alleen met dit onderscheyt, dat my op twee byzondereGa naar voetnoot22) plaasjens kleyne ligjensGa naar voetnoot23) voor quamen, en zagGa naar voetnoot24) te gelyk, dat een groot getal van deeltgens die ik oordeelde | |||||||||||||||||||||||||||||||
a peaGa naar voetnoot8), which he states to be a mineral and which he calls the light of natureGa naar voetnoot9); this had been communicated to a certain Chemist in that city where he then was; he added that it had also been presented to that Gentleman from whom he had received it, and that I had one half of that presented substance, and that he had seen that when that Gentleman took the substance out of the water, and put it in his hand, it exhaled on all sides a fume, vapour, or smoke, and when he held the hand a little under a table-cover in the dark, that substance lit up and burned like some rotten wood, etc. No sooner had I received this substance but I judged that it was the same kind of substance which I said heretofore I had received from the High German Gentleman. For when I examined it with the naked eye, and put its action to the test, they were as similar to each other as if they had been broken off one and the same piece; I then examined the substance to the best of my ability, and the notes which I made about it are as follows. Ga naar margenoot+I poured out the substance with the water, and cut off a tiny piece the size of a pin-head from it as it was lying under the water, after having previously prepared for the purpose a slide, serviceable for my observations. After putting this tiny piece of the substance on the glass, I at once brought it before the magnifying glass, and I saw that around the same there lay some moisture and that the substance appeared to me like a dark object, only with this difference that, in two different places, tiny lightsGa naar voetnoot10) became visible to me, and I saw at | |||||||||||||||||||||||||||||||
bolletgens te zyn, seer snel door malkanderen bewogen wierden, welke bolletgens op twee byzondere plaatsen van de stoffe te samen quamen, als wanneerGa naar voetnoot25) die als van de stoffe wierden afgedreven, en na dat die bolletgens 5 à 6. hairbreetenGa naar voetnoot26) van het lighaam, waar uyt zy quamen, waren verhuystGa naar voetnoot27), zoo raakten die uyt het gesigtGa naar voetnoot28). Alle deze bolletgens, was die stoffe, die wy in ons bloote oog rook zouden noemen; kort daar aanGa naar voetnoot29) vertoonden haar verscheyde zeer kleyne ligjens in het stukje stoffe, die van tijd tot tijdGa naar voetnoot30), zoo veel toe namen, dat het my door het vergroot glas te beschouwen toe scheen, als of wy een beglomme turf kool vuyrsGa naar voetnoot31) zagen, die zoo hier als daar met een weynig as bedekt was. Dog het geene waar over ik verstelt stond, dat was, dat de meeste stoffe die wy rook noemen, niet in de lugt verspreyde, of om hoog wierde op gedreven, gelyk wy gemeenelyk de rook sien op gaan, maar op het glas neder daalde, ja zoodanig, dat 'er om de zoo genaamde ligt der natuere, niet alleen meerder vogtigheyt was, als daar te vooren, maar een halve duym breetGa naar voetnoot32) van de stoffe, lag een zeer klare heldere vogt, bestaande uyt rondagtige kleyne deeltgens, als ook eenige die grooter waren, en dat in zoo een groote menigte, dat het verwonderens waardig was, en veele van de zelvige verbeeldenGa naar voetnoot33) wel water, andere weder een olyagtige stoffeGa naar voetnoot34). Na dat deze stoffe een gantsche nagt hadde gestaan, beschoude ik die des mergens weder, en doen zag ik, dat de in 't oog waterige vogt, nog meerder was toe genomen, en daar benevens zag ik dat de kleyne bolletgens, die van de stoffe afging, anders rook geseyt, nog van de stoffe wierden afgedreven. Ik bragt de stoffe in een duystere plaats, om te sien, of dezelvige nog eenig ligt van sig zoude geven, gelyk ik des avonts te vooren gesien hadde: dog ik en konde geen ligt bekennen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
the same time that a great many particles, which I judged to be globules, were being moved about very rapidly, these globules came together in two different places in the substance, and then they were as it were expelled from the substanceGa naar voetnoot11), and after these globules had moved 5 or 6 hairs' breadthsGa naar voetnoot12) from the object from which they had come, they got out of sightGa naar voetnoot13). All these globules consisted of that substance which, viewed by the naked eye, we should call smoke; shortly after this, several very tiny lights appeared in the little piece of substance, which gradually increased so much that it seemed to me, looking through the magnifying glass, as if we saw a lump of glowing peat, which was covered here and there with some ash. But what I was astonished about was that most of the substance which we call smoke did not spread in the air, or was driven upwards, as we commonly see smoke going up, but now sank down on to the glass; nay, in such a way that, around the so-called light of nature, there was not only more moisture than there had been before, but at half an inch's distanceGa naar voetnoot14) from the substance there lay a very clear and transparent fluid, consisting of tiny roundish particles as well as some which were bigger, and this in such great numbers that it was surprising, and many of them looked like water; others again like an oily substanceGa naar voetnoot15). After this substance had stood for a whole night, I examined it again in the morning, and I then saw that the moisture apparently resembling water had increased still more, and in addition I saw that the tiny globules which emerged from the substance, otherwise called smoke, were still being expelled from the substance. I took the substance to a dark place, in order to see whether it would emit any light, as I had seen the previous evening: but I could not perceive any light. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Na dat de stoffe ontrent vier-en-twintig uuren in de lugt op mijn ComptoirGa naar voetnoot35) hadde gestaan, ondersogt ik die weder, dog ik en konde geen afdrijvende stoffe gewaar werden, waar op ik een kaars ontstak, en benam het dag ligtGa naar voetnoot36), om dus nog scharper te mogenGa naar voetnoot37) sien, als wanneerGa naar voetnoot38) ik de afdrijvende bolletgens gewaar wierde, dat ik my inbeeldeGa naar voetnoot39), meest veroorsaakt wiert, door de warmte van de kaars, want ik vernamGa naar voetnoot40) dat van eenige uyt gevloeyde stoffe, de vogt was weg gewasemt, ende dat eenige Zout deeltgens in irreguliere figuurtgens waren te samen gestremtGa naar voetnoot41). Ga naar margenoot+Wijders stelde ik my een glaasje toeGa naar voetnoot42), daar nooyt eenige vogt hadde in geweest, en ik nam de helft van de zoo genoemde stoffeGa naar voetnoot43),Ga naar voetnoota) ligt der nature, uyt het water, en wentelde het zelvige rondomme over een klat papier, met die insigteGa naar voetnoot44), op dat alle het water, dat aan de stoffe mogte sitten, tot het papier zoude over gaan. De stoffe dus gedroogt hebbende, dede ik het zelve in 't glaasje, om dan het glaasje door het vuyr te sluyten, en dat met die omsigtigheyt, dat het glas al was kout geworden, uyt gesondert een kleyn dun deeltge van het glas, dat ik op het laast met het houden in de vlam van een kaars toe slootGa naar voetnoot45). Dus het glas geslooten hebbende, ging ik de stoffe observeren, en zag mede een onbedenkelijkGa naar voetnoot46) groot getal van bolletgens, die van de stoffe af gingen, en als een damp ofte rook om de stoffe verwekten, die ook om de stoffe weder te samen stremdenGa naar voetnoot47), soodanig, dat ik eenige uure daar na, door al de waterige of olyagtige vogt, de afgedrevene bolletgens niet meer konde bekennen, waar op ik door starke beweginge, het stukje zoo genoemde ligt der nature, in het glas verplaatsten, ende als doen observerende, zag ik weder de afdrijvende bolletgens in zoo een menigte als voor desen, die ook na verloop van drie uuren zoo veel vogtige stoffe om het ligt der nature hadden gemaakt, dat my het gesigt van de uyt drijvende bolletgens weder belet wierdeGa naar voetnoot34). Ik bragt het glaasje waar in de stoffe beslooten was, by een weynig warmte van de kaars, en zoo aanstonts voor het vergroot glas, en zag als doen, dat niet alleen uyt de stoffe een groote menigte van kleyne bolletgens wierde gedreven, maar ook, dat uyt de vogtige afgedrevene stoffe mede een groote meenigte van bolletgens wierden gedreven, en dat op eenige plaatsen de vogtige stoffe door | |||||||||||||||||||||||||||||||
After the substance had been standing in the air for about twenty-four hours in my StudyGa naar voetnoot16), I examined it again, but I could not see any substance drifting away, then I lit a candle and shut out the daylight, in order that I might thus see even more clearly, and then I perceived the drifting globules, which I believe was largely caused by the heat of the candle, for I noticed that the moisture had evaporated from some substance that had run, and that some Salt particles had coagulated to irregular little figuresGa naar voetnoot17). Ga naar margenoot+Furthermore I prepared a little glass tube in which there had never been any moisture, and I took half of the so-called substanceGa naar voetnoot18), light of nature, out of the water, and I turned it round and round over scribbling-paper, in order that all the water that should adhere to the substance might be absorbed by the paper. Having thus dried the substance, I put it in the glass, and then sealed the glass by means of fire, and this with such precaution that the glass had already become cold, except for a small thin part of the glass, which I finally sealed by holding it in the flame of a candleGa naar voetnoot19). Having thus sealed the glass, I began to observe the substance, and I again saw an inconceivably large number of globules that emerged from the substance, and as it were created a vapour or smoke around the substance, and which also coagulated again around the substance, in such a way that, a few hours afterwards, through all the aqueous or oily moisture, I could no longer perceive the globules that had drifted away. I then shifted the little piece of the so-called light of nature in the glass by shaking it, and upon observing it then, I again saw the globules drifting away in as great numbers as before this, which globules also, after a lapse of three hours, had produced so much moist substance around the light of nature that I was again prevented from seeing the drifting globulesGa naar voetnoot15). I brought the glass in which the substance was enclosed near some slight heat from the candle, and then at once before the magnifying glass, and I then saw not only that a great many little globules were expelled from the substance, but also that from the driven-off moist substance, too, a great many globules were expelled, and that in some places the moist substance, owing to the heat, | |||||||||||||||||||||||||||||||
de warmte in stijve lighaamtgens, die om haar kleynte geen figuur te geven zynGa naar voetnoot48), waren verandert, verbeeldende in 't bloote oog een witte materieGa naar voetnoot41). Ik bragt het glaasje nog eens by de kaars en by wat meerder warmte, met die gedagte, dat wanneer ik in een besloote glas, de vogtige stoffe door het vuyr, van de eene plaats quam te verdrijven, dat ik op een andere plaats in 't glas, de vogtige stoffe weder by een zoude vinde; maar dit miste myGa naar voetnoot49), want alle de vogt, was in stijve lighaamtgens verandert, en schoon ik des anderen daags, en eenige volgende dagen, de stoffe in het glas beschoude, zoo en konde ik geen vogtigheyt in 't glas gewaar werden. Het andere gedeelte van de stoffeGa naar voetnoot50), die ik nog overig hadde, sloot ik mede in een glaasje, welkers holteGa naar voetnoot51) niet grooter was als een kinder vingerhoet, daarGa naar voetnoot52) het eerste wel drie maal grooter wasGa naar voetnoot53). En ik observeerde het zelvige door het vergroot glas, en stelde het stukje wat schuyns voor het gesigt, en zag doen, met verwondering, dat de afgestootene bolletgens die in 't bloote oog de rook verbeelde, niet om hoog of van alle kanten op waarts wierde gedreven, gelyk wy door gaansGa naar voetnoot54) in rook komen te sien, maar de weg stootende bolletgens wierden nederwaarts gedrevenGa naar voetnoot34). Ga naar margenoot+Als by voorbeelt, laten wy stellen dat fig: 1. ABCD. een stukje stoffe is, dat men de naam van ligt der nature heeft gegeven, en dat A. onder, ende C. (van myGa naar voetnoot55)) boven gehouden werd. En dit zoo zijnde, werden de uyt gedrevene bolletgens tusschen ED. ende G: na onderen, als na H. gevoert, ende de uytgedrevene bolletgens EDF.Ga naar voetnoot56) insgelyk na H. gedreven wierd, ende zoo ik B. onder stelde, zoo wierd alle de uytgedrevene stoffe na K. gevoert. En zoo mede, zoo ik D. na onderen bragt, zoo wierd alle de stoffe na I. gevoertGa naar voetnoot57). Dog dese uytdrijvinge duyrde maar 2 â 3. dagen, en alzoo ik geen verandering hoe meenige observatien ik in 2 â 3. weeken te weeg bragt, daar aan konde bespeuren, zoo leyde ik de glaasjeGa naar voetnoot58) aan een zijde. Dese verhaalde stoffe is my toe gesonden den 15. April 1693. ende half Augustus. des zelvigen jaars, heb ik weder het eerst geseyde glaasje in de hand genoomen, ende met verwondering gesien, dat in het glaasje alle de stoffe in mijn oog weg scheen te wesen, waar over ik in 't eerst in gedagten nam, of ik het regte glaasje wel hadde, maar siende de meenigte heldere vogtige stoffe die | |||||||||||||||||||||||||||||||
had changed into tiny rigid bodies, the shape of which because of their smallness cannot be discerned, appearing to the naked eye as a whitish matterGa naar voetnoot17). I again brought the glass near the candle, and near to some more heat, thinking that, if I drove the moist substance in a sealed glass away from one place, through the fire, I should find the moist substance together again in another place in the glass; but in this I was mistaken, for all the moisture had changed into stiff little bodies, and though I examined the substance in the glass the next day, and a few days after, I could not perceive any moisture in the glass. The other part of the substanceGa naar voetnoot20), which still remained to me, I also enclosed in a little glass tube, whose diameter was no greater than that of a child's thimble, while the first one was quite three times greaterGa naar voetnoot21). And I observed it through the magnifying glass, and placed the little piece somewhat obliquely before my eyes, and then saw to my surprise that the expelled globules which resembled smoke to the naked eye were not driven up, or on all sides upwards, as we always see with smoke, but the expelled globules were thrust downwardsGa naar voetnoot15). Ga naar margenoot+For example, let us suppose that fig. 1, ABCD, is a piece of the substance which has been given the name of light of nature, and that A is held (by me) below, and C above. And this being so, the expelled globules between ED and G are carried downwards, to H and the expelled globules EDFGa naar voetnoot22) were also driven to H, and if I placed B below, all the expelled substance was carried to K. And again, if I brought D below, the whole of the substance was carried to IGa naar voetnoot23). But this expulsion lasted only 2 or 3 days, and since I could not perceive any change, however many observations I made in 2 or 3 weeks, I laid the glassGa naar voetnoot24) to one side. This aforesaid substance was sent to me on the 15th April 1693, and in the middle of August of the same year I again took the first-mentioned glass into my hand, and I saw to my surprise that all the substance in the glass seemed to my eye to have vanished, whereupon I first considered whether I had taken the right glass, but on seeing the large amount of clear moist substance | |||||||||||||||||||||||||||||||
in het glaasje was, zoo stelde ik my weder gerust, en nog meer als ik het glaasje met de vogtige stoffe, die een weynig tegen het glas aan zat, by eenige hitte was brengende, aanstonts de vogtige stoffe weder in een witte materie veranderdeGa naar voetnoot59). Hier op nam ik het tweede en kleynste glaasje, dat nog toegeslooten was, en waar in ik geen verandering (zoo veel het my toe scheen) aan de stoffe het ligt der nature genoemt, konde gewaar werden. Ga naar margenoot+Omme Hare Hoogh Ed: een beter bevattinge van mijn doen te geven, heb ik goet gedagt aan te wijsen, hoe ik mijn tweede glaasje, dat van een ander maaksel, als het eerste was, hebbe toe gesteltGa naar voetnoot42). Ik hebbe genomen een glase Tuba ontrent van de lengte en dikte alsGa naar margenoot+ fig: 2. AB. hier aan heb ik door een kopere blaaspijp, die by de Gout, en silver smeden in gebruyk is, en waar mede zy kleyn werk souderen, door de vlam vanGa naar margenoot+ een gemeene kaars daar aan geblasen een ronde bol als fig: 3. FDE. Na dat de glase bol, ende het glas kout geworden was, heb ik in de holligheyt aan C. laten invallen, een stukje stoffe dat men ligt der nature noemt, datGa naar voetnoot60) dan quam te plaatsen aan E. als wanneerGa naar voetnoot15) ik aanstonts de glase bol tusschen mijn vingers vatte, om datGa naar voetnoot61) als ik de Tuba weder by het vuur bragt, des te minder hitte aan de bol zoude komen. Als wanneerGa naar voetnoot62) ik door een straal vuurs, zoo een hitte aan de Tuba bragt ontrent G. dat ik oordeelde het glas zoo heet te wesen, dat ik het glas aldaar zoo konde uytrekken,Ga naar margenoot+ dat het de figuur: 4. van HIKL. bequam. Dit zoo verrigt hebbende, brak ik het glas aan de dunte H. ontstukken,Ga naar margenoot+ hebbende doen de fig: 5. van MNOP. dit laatste glaasje weder kout geworden sijnde, bragt ik de opening M. aan de vlam van een straal vuurs, waar door aanstonts het glas aldaar quam te smelten, en dus toegeslooten wierdeGa naar voetnoot63). Dit glaasje nu als hier vooren verhaalt zoo lang toegeslooten gelegen hebbende, brak ik een kleyn stukje van het glas aan M. af en kreeg daar door een opening van een kleyne spelt dikte, als wanneerGa naar voetnoot64) uyt dezelve opening de lugt met zoo een gewelt wierd uytgestooten, dat het een weynig geruys veroorsaakteGa naar voetnoot65). | |||||||||||||||||||||||||||||||
that was in the glass, I was reassured again, and even more so when I brought the glass with the moist substance, which adhered a little to the glass, near some heat, and the moist substance immediately changed again into a white substanceGa naar voetnoot25). I thereupon took the second and smaller glass, which was still sealed, and in which (so far as it seemed to me) I could not perceive any change in the substance called the light of nature. Ga naar margenoot+In order to give Your Honours a better comprehension of my procedure, I have thought fit to indicate how I prepared my second glass, which was of a different form from the first. Ga naar margenoot+I took a glass Tube about the length and thickness of fig. 2, AB; on to this, by means of a copper blow-pipe, such as is used by Gold and silversmiths and with which they solder small jobs, through the flame of a common candle, IGa naar margenoot+ blew a round globe, like fig. 3, FDE. After the glass globe and the glass had got cold, I dropped into the interior at C a tiny piece of the substance that is called the light of nature, which then placed itself at E; and then I at once grasped the glass globe between my fingers, in order that even less heat should reach the globe when I again brought the Tube near the fire. I thereupon by means of a jet of flame brought such heat to the Tube near G that I considered the glass to be so hotGa naar margenoot+ that I could stretch the glass there until it assumed the figure 4 of HIKL. Having thus accomplished this, I broke the glass to pieces at the thinGa naar margenoot+ part H, upon which it had the fig. 5 of MNOP. This latter little glass having got cold again, I brought the opening M to the flame of a jet of fire, through which the glass at once started to melt there, and thus was sealedGa naar voetnoot26). Now this glass having, as described heretofore, lain sealed for so long, I broke off a tiny piece from the glass at M, and this got an opening of a small pin's thickness, and then the air was forced with such voilence out of the same opening that it | |||||||||||||||||||||||||||||||
Ik observeerde aanstonts de verhaalde stoffe, en zag als doen, dat de bolletgens van de zelvige in zoo een groote meenigte wierden afgedreven, als of ik de verhaalde stoffe eerstGa naar voetnoot66) in 't glas hadde gedaan. Ik observeerde het op dien dag verscheyde malen, en zag doorgaansGa naar voetnoot54) de afdryvende stoffe, haar cours nemen nederwaarts als hier vooren is geseyt. Des anderen daags was de stoffe zoo vermindert, dat 'er in 't midden al twee gaatgens gekomen waren, ende de vogtigheyt was zoo toegenomen, dat de stoffe in de vogtigheyt voort dreef. Des avonts zag ik dat de stoffe wel twee derdendeelen was vermindert. Ik bragt de stoffe buyten het water, en zag dat de afdryvende bolletgens niet minder waren. Den derden dag des mergens na dat het glaasje geopent was geweest, beschoude ik het weder, en zag doen, dat maar een zeer weynig stoffe was over gebleven, ende dat de afdryvende bolletgens, nog even stark van de stoffe wierde afgedreven. Des avonts ontrent negen uuren beschoude ik de stoffe weer, doen zag ik dat die zoo vermindert was, dat dezelvige geen grof zandGa naar voetnoot67) groot bereykte, ende dat de afdrijvende bolletgens nog continueerden, en gelyk de stoffe nu zeer kleyn was, zoo was de afdryvende bolletgens ook niet veel. Den vierden dag was daar niet meerder over gebleven, als een kleyn zandGa naar voetnoot68) groote, ende nog konde ik sien, dat de afdrijvinge van bolletgens continueerden. Des avonts was de stoffe zoo weynig, dat die niet noemens waardig was; ende ik konde ook niet sien dat eenige bolletgens daar van afgingGa naar voetnoot69). Geduyrende mijne verhaalde observatien ontrent de geseyde stoffe, heb ik mijn gedagten veel maal laten gaan op de oorsaak van de brandinge, die uyt dezelvige ontstaat, dog myn zelven ten genoegen niet konnen voldoenGa naar voetnoot70). | |||||||||||||||||||||||||||||||
caused a slight noiseGa naar voetnoot27). I at once observed the said substance, and then saw that the globules had drifted away from it in such great numbers as if I had only just put the said substance in the glass. I observed it several times on that day, and always saw the drifting substance take its course downwards as said heretofore. The next day the substance had diminished so much that two little holes had already appeared in the centre, and the moisture had increased so much that the substance was floating in the moisture. In the evening I saw that the substance had shrunk by at least two-thirds. I took the substance out of the water, and saw that the drifting globules had not became less plentiful. On the morning of the third day after the glass had been opened, I looked at it again, and then saw that only very little substance was left, and that the drifting globules were still being expelled off just as strongly from the substance. At about nine o'clock in the evening I again looked at the substance; I then saw that it had diminished so much that it did not reach the size of a grain of coarse sandGa naar voetnoot28), and that the globules still continued to drift off, and just as the amount of the substance was now very small, the drifting globules, too, were not many. On the fourth day no more was left of it but an amount of the size of a small grain of sandGa naar voetnoot29), and I could still see that the globules continued to drift off. In the evening there was so little substance left that it was not worth mentioning; neither could I see that any globules were drifting away therefromGa naar voetnoot30). During my aforesaid observations concerning the said substance I let my thoughts dwell many times on the cause of the burning which results from it, but have not been able to explain it to my satisfactionGa naar voetnoot31). | |||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+Alleen schijnt het my zekerlyk toe, dat de verhaalde stoffe voor het meerendeel kan bewaart werden buyten het water, als men het voor de lugt kan bewaren, en zoodanig opsluyten als hier vooren is gezeytGa naar voetnoot71). Dit is Hoogh Edele Heeren, zoo veel ik van het zoo genoemde ligt der Nature weet te zeggen, en goet gedagt hebbe de Heeren Philosofen, mede te deelen met die insigteGa naar voetnoot44) of het yemant die mede daar ontrent mogte gearbeyt hebben, eenig ligt mogte geven, en zal afbrekende blyven enz.
A. Leeuwenhoek | |||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+It only appears certain to me that most of the said substance can be kept outside the water, if one can keep it away from the air, and enclose it in the way mentioned heretoforeGa naar voetnoot32). This, Very Noble Sirs, is as much as I can say about the said light of Nature, and thought fit to communicate to the Gentlemen Philosophers, in order that it might shed some light on the matter for someone who was perhaps also studying it; and breaking off here, I will remain, etc..
A. Leeuwenhoek |
|