Alle de brieven. Deel 2: 1676-1679
(1941)–Anthoni van Leeuwenhoek– Auteursrecht onbekendGepubliceerd in:
| ||
Korte inhoud:Over den invloed van lucht op een scheikundige verbinding van ammoniak en koper. | ||
Figuren:De drie teekeningen, waarnaar Leeuwenhoeck in dezen brief verwijst, zijn verloren gegaan. | ||
Letter No. 25 [17].
| ||
Published in:
| ||
Summary:The influence of the air on a chemical combination of ammonia and copper. | ||
Figures:The three drawings to which Leeuwenhoeck refers in this letter have been lost. | ||
d'Hr. Boyle
Delff in Hollant den 28e Julij 1676.
Hoogh Edele Heer.
Nadien ick gesien heb, U. Hoogh Edele, mij de eer aen gedaen hebt, van mij door de Heer Secretaris Oldenburgh te doen groeten, en dat UEd sich verhueghde, dat ick mij, (daer ick buijte de accademie en scholeGa naar voetnoot1 ben opgevoet) appliceerden tot het onder soecke vande natuere, neem ick de vrijmoedicht dese mijne geringe observatien aen U Hoogh Edt toe te senden. Tis sulcx dat ick door behulp van een Engels en DuijtsGa naar voetnoot2 Woordeboeck, alsoo ick de Engelse Tael niet en versta, inde transactie No 120.Ga naar voetnoot3 heb gesien, dat UEdt eenich vijlsel van cooper,Ga naar margenoot+ in Spieritus van Sout etc. hadt geleijt, en alsoo ick Spiritus Sal armoniac, op mijn comptoir hadde staen, waer mede ick | ||
[Delft in Holland, July 28th 1676.
Mr. Boyle.
Right Honourable Sir,
Since I learned that Your Worship has honoured me by sending me your greetings through Mr. Secretary Oldenburg, and that you were pleased to see me investigating Nature (albeit I was not educated in schoolsGa naar voetnoot1 and academies) I take the liberty to send Your Worship my trifling observations. With the help of an English and Dutch dictionary (since I do not know the English language) I understood from Transaction Nr. 120Ga naar voetnoot2 that you had put some copper-filings in spirit of saltsGa naar margenoot+ etc. and since I had in my study spirits of sal armoniac which | ||
verscheijde observatien heb gedaen, heb ick oock begerich geweest UEdts observatien na te volgen.Ga naar voetnoot4 Ick heb mijn selven dan bereijt, een Hol glaese pijpje als fig: 1. A B F D C. sijnde ontrent 1/3 duijm over sijn diameter. onder met een dun Hol pijpje, als A B. aen A. door het vuijer geslooten, het selffde pijpje heb ick ontrent tot F. gevolt, met de geseijde Spieritus, en alsdoen daer in gedaen twee stuckjens geel coperdraet, als B E. en alsdan aenstonts aen D. door een strael vuijer, het glase pijpje gloeijende gemaeckt, ende dan getrocken, aen het selffde glas het dunne pijpje fig: D C. en soo datelijck het dunne glase pijpje aen C. door het vuijer geslooten; eer ick dit werck volbracht hadde, sach ick dat de Superfitie vande Spieritus aen F. sich al eenichsints was blaeuw geworden. dit glaesje heb ick alsoo 5. à. 6. dagen stil laten staen, sonder dat ick eenige veranderingh, aende Spieritus conde bespueren, maer deselve was gansch klaer. Opten 19e Meij des naermiddaeghs, brack ick een kleijn stuckje van het glase pijpje fig: 2. aen C. waer door de Spieritus lucht | ||
served me for several observations I was eager to repeat your observationsGa naar voetnoot3. Therefore I manufactured a hollow glass tube as in fig. 1, ABFDC being about 1/3 of an inch in diameter, with a thin hollow tube AB at the bottom, sealed in the fire at A. The said tube was filled as far as F with the said spirit and I then introduced two pieces of brass wire, BE. Immediately afterwards I heated the glass tube at D by a jet of fire till it was red-hot, and pulled out the thin tube DC, and immediately sealed the thin glass tube at C by fire. Before I had carried out this work I noticed that the superficial layers of the spirit at F had turned somewhat bluish. I left this glass for 5 to 6 days, no change in the spirit becoming apparent, and the same remaining perfectly clear. On the 19th of May in the afternoon I broke off a small piece of the glass tube fig. 2 at C by which air was admitted to the | ||
kreegh, en de superfitie vande selve een blaeuwe couluer aen nam, die hoe langer hoe meerder sich na onderen verspreijden. Den 20e Meij smorgens was de Spieritus ten halff wegen schoonGa naar voetnoot5 blaeu den 22. ditto was de Spieritus gansch blaeuw, als wanneer ick het glaesje weder door het vuijer aen C. toe sloot. Den 23. ditto scheen de Spieritus Sal armoniac, verandert te sijn, in een asgraeuwe couluer, een weijnich hellende na de geele kant, maer dit nader observerende, sach ick dat alleen een asgraeuwe couleur, aen het glas was gehecht, en dat de Spieritus anders seer helder en sonder couluer was. Den 24e ditto, was de asgraeuwe couluer, die tegen het glas aensat, bruijnderGa naar voetnoot6 van couluer geworden, en de Spieritus hadt sijn voorgaende klaerheijt behouden, en was sonder kouluer. Ick heb wedr met het afbreecken, van een kleijn stuckje van het glase pijpje fig: 2. aen C. de Spieritus lucht gegeven. Den 25. ditto was de Spieritus Sal armoniac die aen het glas was blijven sitten, noch bruijnder van couluer, maer de Spieritus die van dese bruijne couluer als omvangen wiert, was seer schoon blaeuw, jck heb alsdoen het glaesje fig: 2. aen C. weder geslooten, en het selvige dat onder stont boven gestelt als fig: 3. Den 26. ditto was de Spieritus weder soo klaer als gemeen water, ick heb het glaesje weder om gekeert, en gestelt als fig: 2. en aen C. weder geopent, en de weijnige Spieritus die in het kleijne pijpje fig: 2. D C. was blijven sitten, daer uijt genomen. Den 27e. ditto was de Spieritus Sal armoniac, een schoonder bruijnder blaeuw als daer te vooren, en de donckere couleur, die ick hier vooren geseijt heb, dat tegen het glas was blijven sitten, scheen door de blaeuwe Sal armoniac groen, het glaesje fig: 2. aen C. weder stoppende, heb ick het selvige weder met A. boven gestelt als fig: 3. Ende alsdoen gesien, dat het meeste vande donckere couluer weder wegh was. Den 2. junius was de Spieritus, weder soo helder als gemeen water, maer het glas was rontom beset, met een doncker geele couluer, ick heb het glas weder omgekeert, ende het gestelt, gelijck het eerst gestaen hadt, als fig: 2. en het selvige ontrent C weder een kleijn stuckje af gebroocken, om de Spieritus wedr lucht te laten toe comen. | ||
spirit, and the surface assumed a blue colour that spread gradually downward. On the 20th of May in the forenoon the spirit was half way a clear blue and on the 22nd ditto entirely blue. At that time I again sealed the tube in the fire at C. On the 23rd the spiritus sal armoniac seemed to have changed into an ash-grey colour with a slightly yellow hue, but observing this more closely I found an ash-grey colour to cling to the inside of the glass, the spirit being perfectly clear and colourless. On the 24th the ash-grey colour on the inside of the glass had changed towards brownGa naar voetnoot4, and the spirit was as clear as before and without colour. By breaking off a small piece from the glass tube fig. 2 at C I again admitted air. On the 25th the spiritus sal armoniac that stuck to the glass was still browner, but the spirit that was inside showed a beautiful blue colour. Again I sealed the glass fig. 2 at C and turned it upside down as in fig. 3. On the 26th the spirit was again as clear as common water. I turned the glass right side up again and placed it as in fig. 2, and opened it again at C and removed what spirit remained in the small tube fig. 2 DC. On the 27th the spiritus sal armoniac showed a clearer and darkerGa naar voetnoot4 blue than before and the dark colour that stuck to the glass, as I said before, appeared green when seen through the blue sal armoniac. Closing again the glass fig. 2 at C, I stood it with A at the top as in fig. 3. I noticed that the dark colour then disappeared for the main part. On June 2nd the spirit was again as clear as common water but the glass was covered on every side with a dark yellow colour. I turned the glass upside down again, and stood it as it had been originally, as fig. 2 indicates, and broke off a small piece at C, in order to admit air to the spirit. | ||
Ditto des Avonts was de Spieritus weder doncker blaeuw, en de bruijne couluer die tegen het glas hadt aen gehangen was nu licht groen, en was geplaest fig: 2. tusschen D F. ick heb het glas weder geslooten, en laten staen als fig: 2. Den 6e ditto had de Spieritus Sal armoniac weder geen couluer, en alleen claer water gelijck, ick heb op de middach het glas weder geopent, en twee uren daer na, was het ten halff wegen blaeuw, en na verloop van noch twee uren, was de Spieritus gansch blaeuw, maer onder was deselve soo bruijn blaeuw niet, als boven; jck heb het glas weder geslooten, en na verloop van 4. uren hoe wel het glas geslooten hadt gestaen, was de Spieritus bruijnder blaeuw geworden. Den 26. ditto (eenige dagen uijt de stadt geweest hebbende) was het glas soo verre de Spieritus gestaen hadde, meest doorgaens met een bruijne couluer beset, maer de Spieritus die van dese donckere couluer als omvangen wiert, was seer helder en gemeen water gelijck. jck heb het glaesje te onderste boven gestelt, als fig: 3. Soo dat de Spieritus quam te staen, daer het glas, met een seer licht groene couluer was beseth, en het glaesje fig: 3. aen A. openingh gegeven. Na dat het glaesje 1½ à. uren hadt open gestaen, was de Spieritus licht blaeuw geworden, en de bruijne couluer, die tusschen B F. hadt geweest, was verandert in een gras groen, ick heb het glas aen A. fig: 3. weder gestopt. Den 27. ditto. was de Spieritus weder soo klaer als gemeen water, en de licht groene couluer, die van binnen tegen het glas hadt aengeseten, tusschen D F. fig: 2. alwaer nu fig: 3 de Spieritus stont, was wegh, en de groene couluer die fig: 3. tusschen B F tegen het glas hadt aen geseten, was verandert in een licht papegaeij groen; Ick heb het glas onverandert laten staen, en alleen aen A. fig: 3. lucht gegeven; Na dat het selve ontrent 2 uren hadt open gestaen, was de Spieritus weder verandert in een licht blaeuw; jck heb het glas laten staen, als fig: 3. alleen, dat ick het aen A. heb toe geslooten door het vuijer. Den 28e ditto was de Spieritus Sal armoniac. weder soo klaer, als off het gemeen water hadt geweest, ick heb het glas geslooten gelaten, en het selvige als fig: 2. weder om gekeert, soo dat de Spieritus nu quam te staen, als fig: 2. B F. daer het glas van binnen met papegaeij groene deeltgens was beseth; Den 29. ditto. de Spieritus dus geslooten op de papegaeij groene couluer gestaen hebbende, was deselve gansch blaeuw geworden, en de groene couluer die tegen het glas hadt geseten was nu vermindert, en een weijnich hellende na de geele kant. | ||
The same evening the spirit had turned a dark blue, and the brown colour that stuck now to the glass was a light green, and was between D F in fig. 2. I closed the glass again and left it as in fig. 2. On the 6th the spiritus sal armoniac was colourless again and was as clear as water. In the afternoon I opened the glass and within two hours it was coloured blue halfway down, and two hours later the entire spirit was blue but it was less dark near the bottom than near the surface. I again closed the glass and four hours later the spirit had turned a darker blue, although the glass had been closed. On the 26th (having been out of town for some days) I saw that the glass was almost entirely covered with a brown colour as far as it contained spirit, but the spirit inside was perfectly clear and appeared as common water. I stood the glass upside down as in fig. 3. This brought the spirit to a place where the glass was a very light green, and I opened the glass at A fig. 3. After the glass had been open for 1½ to 2 hours, the spirit had turned light blue and the brown colour between B and F had changed into grass-green. I again closed the glass at A fig. 3. On the 27th the spirit was again as clear as common water and the light green colour that stuck to the glass between DF fig. 2, where there was spirit now as seen in fig. 3, had disappeared and the green colour between BF fig. 3 had turned to a light parrot-green. I left the glass in the same position, only admitting air at A fig. 3. Two hours after the opening, the spirit had changed again to light blue. I left the glass as in fig. 3, but closed it in the fire at A. On the 28th the spiritus sal armoniac was again as clear as if it had been common water. I kept the glass closed but turned it as in fig. 2, the level of the spirit being at BF in fig. 2 where the glass was covered with parrot-green particles. On the 29th, the spirit in the closed vessel having been in contact with the parrot-green colour, it had turned all blue, and the green colour that stuck to the glass had diminished and turned somewhat yellow. | ||
Jck heb met mijn microscope de deelen die tegen het glas aen saten, getracht te observeren, en gesien dat eenige vande selve bestonden, uijt ront achtige deeltgens, aende buijte kant versien, met menichte uijtstekende punctgens op die manier, als off wij met ons bloote oogh, quamen te aen schouwen, de bloemen van distels, die wij klittenGa naar voetnoot7 noemen, hellende deselve een weijnich na de geele kant; Diergelijcke figuertgens, heb ick oock in moesel wijn gesien, als oock mede in born-waterGa naar voetnoot8, dat ons in toe gesegelde aerde cannen, de rivier den rijn af te coop wert gebracht, welck water met menichte hier te lande, inde Somer vermenght, met wijn en een weijnich broot suijcker, wort geconsumeert; Alsmede ontdeckte ick seer aerdige cristalijne figuertgens, ijder van een bijsondere gedaente, als of het stuckjens geslepen Cristal hadt geweest, als mede seer veel cleijne deeltgens, aen de welcke ick omme haer kleijnheijt, geen figuer konde bekennen. Den 30. ditto was de Spieritus, noch blaeuw, en de groene couluer die tegen het glas aen geseten hadt, was nu verandert in een donker graeuwe couluer; Den 2e Julius, was de Spieritus Sal armoniac, weder soo klaer als gemeen water; de donckere couluer was als vooren, jck heb het glaesje weder gestelt als fig: 3. soo dat de Spieritus nu quam te staen, daer ick bij na geen couluer aen het glas conde bekennen, jck heb het glaesje aen A. fig: 3. weder geopent, en aenstonts veranderde de Superfitie vande Spieritus in een blaeuwe couluer, en na verloop van een ure was deselve gansch blaeuw, en de doncker graeuwe couluer, die van binnen tegen het glas fig: 3. tusschen F.B. hadt gelegen, was nu papegaeij groen van couluer, ick heb het glas weder fig: 3. aen A. geslooten; De cristaline deeltgens hier vooren verhaelt, lagen tegen het glas als vooren, maer de andere deeltgens, die daer in groote menichte lagen, en konde ick alsnoch geen figuer aen bekennen. Den 4. ditto was de Spieritus weder soo klaer geworden als gemeen water, jck heb het glas weder om gekeert, en gestelt als fig: 2. Soo dat de Spieritus nu quam te staen, daer het glas met | ||
I tried to observe with my microscope the parts that stuck to the glass and saw that some of them consisted of roundish particles, provided on the outside with a great many prominent parts similar to the flowers of thistles called bursGa naar voetnoot5 seen with the naked eye, and being of a somewhat yellowish colour; analogous figures were seen by me in moselle and also in mineral waterGa naar voetnoot6, which is brought to us for sale in sealed earthen pitchers down the river Rhine, which water is consumed here in large quantities, mixed with wine and some loaf-sugar, in summer time. I also discovered some nice crystalline figures each of a peculiar shape, as if they were small pieces of cut glass, and a multitude of very small particles whose form I could not distinguish by reason of their smallness. On the 30th the spirit was still blue, and the green colour sticking to the glass had now changed to dark grey. On July 2nd the spiritus sal armoniac was again as clear as common water, and the dark colour was as before, I placed the glass again as in fig. 3, the spirit now being in a place where the glass was nearly colourless. I again opened the glass at A fig. 3, and immediately the surface of the spirit changed into blue and within an hour it was entirely blue, and the dark grey colour sticking to the glass between F and B, had now changed to a parrot green; I again closed the glass at A fig. 3. The crystalline particles aforesaid stuck to the glass as before, but in the other parts which were present in a great quantity, I could not distinguish any figures. On the 4th the spirit was as clear as common water. I stood the glass upside down as in fig. 2, the spirit being at the place | ||
groene en cristaline deeltgens was beseth. Het glaesje fig: 2. aen C. lucht gevende, en het glaesje daer beneffens een weijnich bewegende, veranderde de Spieritus aenstonts in een schoon doncker blaeuw. Den 6e Julij na dat ick nu twee mael vierentwintich uren, het glaesje had open laten staen, uijt consideratie, off de Spieritus een ander couluer, dan blaeuw soude aen nemen, doch deselve was alleen maer een weijnich bruijnder blaeuw geworden, als die int eerst was geweest; Ick heb eenige deeltgens die boven aen het glaesje saten geobserveert, en gesien, dat de groote deeltgens waren de cristaline deeltgens, daer ick hier vooren mentie van heb gemaeckt, en daer beneffens, sach ick verscheijde veel cleijnder figuertgens, die eenige 3. à. 4. mael soo langh waren, als deselve op haer breetste, breet waren, lopende haer eijnden seer spits toe, onder dese figuertgens, waren eenige soo kleijn, dat die bij na door een goet microscope het gesicht ontwijcken, als mede veel deeltgens, die soo kleijn waren, dat haer figuer niet te bekennen sijn; Ick heb het glas geslooten, en met A. fig: 3. boven gestelt, en alsdoen geobserveert, en gesien veel meer vande geseijde cristaline deeltgens, beneffens eenige groene deeltgens welckers figuer niet te bekennen waren, die aan het glas, tusschen F B. fig: 3. waren blijven sitten, welcke geseijde cristaline deeltgens mij hier door mijn microscope haer soo groot vertoonden, als kleijne diamanten in ons bloote oogh, waer van eenige omringht lagen, met veel cleijne figuertgens, van verscheijde gedaente, als de geseijde groote figuertgens, welcke kleijne figuertgens in mijn oogh, haer soo groot vertoonden, als groff sant in ons bloote oogh. Ick heb nu de figuertgens die de bloeme van distels gelijck waren, alsmede de deeltgens die 3 à . 4 mael soo langh waren, niet meer vernomen. Den 8e Julij was de geseijde Spieritus weder soo klaer als gemeen water, ick heb het glaesje gesloten gelaten, en met A. fig: 2. onder gestelt, soo dat de Spieritus nu quam te staen, daer het glaesje met groene, en cristaline deeltgens was beseth. en de Spieritus in het glaesje een weijnich schuddende, off bewegende, sach ick dat deselve eenichsints (hoewel het glaesje geslooten was) een blaeuwe couleur aen nam, die na eenige uren stil gestaen hebbende wederom wegh was. Den 10e ditto was de groene couluer die aen het glas was blijven sitten, verandert in een bruijn gele couluer; ick heb het glaesje weder geopent, als wanneer aenstonts, de Superfitie een blaeuwe | ||
where green crystals stuck to the glass. On my admitting air through the glass at C fig. 2 and my agitating the same gently the spirit changed immediately into a fine dark blue. I left the glass open during twice 24 hours, in order to see whether the spirit changed its colour, but it had only turned a little darker blue. I observed some particles that stuck to the upper part of the glass, and saw that the larger particles were crystalline, as I mentioned before; besides I saw several much smaller figures, some being 3 to 4 times as long as they were broad at their broadest and tapering markedly towards the ends. Among these figures some were so small as to be nearly invisible with a good microscope. besides many particles that were so small that it was impossible to distinguish their shape. I closed the glass and put it down with A fig. 3, at the top and saw many more of the before-mentioned crystalline particles, as well as some green ones, whose form I could not distinguish, and which had stuck to the glass between FB fig. 3. The said crystalline parts appeared through my microscope as small diamonds seen with the naked eye, some being surrounded with many small figures of various shapes, the latter appearing to my eye as big as as coarse sand seen with the naked eye. I did not see again the figures like the flowers of thistles, nor the particles that were 3 to 4 times as long. On the 8th of July the said spirit was again as clear as water. I kept the glass sealed and stood it with A fig. 2 down, the spirit now being in the place that was covered with green and crystalline particles, and agitating the spirit in the glass somewhat, I saw the same assuming a bluish colour (although the glass was closed) which colour disappeared after the glass had stood untouched for some hours. On the 10th the green colour that stuck to the glass had changed into brownish yellow. I again opened the glass which | ||
couluer aen nam, en na verloop van 2 uren, was de geseijde Spieritus gansch blaeuw. Den 11e ditto was de Spieritus wat bruijnder blaeuw geworden, jck heb het glaesje weder geslooten, en met C. fig: 3. onder gestelt. Ditto des Avonts was de Spieritus weder soo klaer als gemeen water, en de geel achtige couluer die van binnen tegen het glaesje tusschen F B. was blijven sitten, was nu groen, en aen B. was een weijnich aertachtige substantie gesackt, doen het glas met A. hadt onder gestaen. Den 13. ditto. des morgens, heb ick het glaesje weder geopent, en het gestelt met A. onder, als fig: 2. en heb gesien, dat de Superfitie vande Spieritus aenstonts, een blaeuwe couluer aen nam; de cristaline figuertgens, hier vooren van geseijt, waren als voor desen; Na verloop van een ure, was de Spieritus een schoon helder blaeuw, Ick heb het glaesje weder geslooten, en het laten staen als fig: 2. Des avonts was de Spieritus soo klaer als gemeen water, jck heb het glaesje soo laten staen. Den 14e. ditto. heb ick het glaesje weder geopent, en heb weder gesien, dat de Superfitie vande Spieritus, aenstonts een blaeuwe couluer aennam, welcke blaeuwe couluer, Wolckx gewijse, langhsaem, naer om laegh sackte, evenGa naar voetnoot9 op die manier, als off de blaeuwe couluer, stoff swaerderGa naar voetnoot10 was, en dat die door sijn stofswaerheijt, na de gront van het glas sackte. Na verloop van weijnich tijts, was de gantsche Spieritus blaeuw. Den 20. ditto de Spieritus Sal armoniac, vanden 14. deser open gestaen hebbende, had deselve geen andere couluer dan blaeuw aen genomen, alleen dat de Superfitie vande selve, met een rantge was omset, welck rantge een weijnich was hellende na de groene kant, de cristaline figuertgens die van binnen tegen het glas, waren veel meer, als hier vooren, als mede eenige weijnige geele deeltgens, die ick geen figuer kan toe schrijven, alsmede verscheijde donckere seer kleijne aertachtige deeltgens. Jck heb ontrent de groote van een spelde hooft, vande blaeuwe Spieritus uijt het glaesje genomen, en dat observerende heb ick driederleij substantie ontdeckt als namentlijck cristalijne deeltgens. Deeltgens die groen waren, welcke beijde soo kleijn waren, dat ick die geen figuer kan geven, ende dan een substantie, die sich soo effenGa naar voetnoot11 en gladt vertoonde als off wij met ons bloote oogh, | ||
caused the surface to turn blue immediately, and within two hours the said spirit was entirely blue. On the 11th the spirit was of a more brownish blue, and again I closed the glass and stood it with C fig. 3 down. On the evening of the same day the spirit was again as clear as common water, and the yellowish colour that remained in the glass between F B was now green, and at B some earth-like substance had settled down during the time in which the glass stood with A down. On the 13th in the morning, I again opened the glass and stood it with A down as in fig. 2 and saw the surface of the spirit change into blue immediately, the crystalline figures aforesaid remaining the same. After an hour the spirit was a fine clear blue. I again sealed the glass and left it as in fig. 2. In the evening the spirit was as clear as common water, and I left the glass in the same position. I again opened the glass on the 14th, and again saw the surface of the spirit immediately change into blue, which blue colour slowly descended in a cloudy way, as if the blue coloured substance were heavier, and sunk towards the bottom of the glass by reason of its greater weight. In a short time the entire spirit was coloured blue. The spiritus sal armoniac having remained open from the 14th instant till the 20th, was still of a blue colour, only the surface was surrounded with a narrow edge, which edge was somewhat greenish of colour. There were many more crystalline figures on the inside of the glass than before, besides a few yellow particles on the inside of the glass, with some very small dark earthy particles. I took some blue spirit from the glass in the quantity of a pinhead and examining this I discovered three kinds of substances, to wit crystalline particles, particles that were green and both these so small that it was impossible to distinguish the shapes, and furthermore a substance that appeared as smooth as if we saw | ||
glas aen schoude, dese geseijde delen ontdeckten ick int weghwasemen, vande geseijde Spieritus, welcke weghwasemingh seer haestigh geschiede. Den 23. ditto, heb ick het glaesje weder geopent, als wanneer, de Spieritus aenstonts een blaeuwe couluer aen nam, En na weijnige uren, de Spieritus seer blaeuw sijnde, heb ick het glaesje weder geslooten, ende het gestelt als fig: 3. en alsoo de pijpjens A B. ende C D. door het menichmael afbreecken, soo kort sijn geworden, dat bij aldien, ick het dunne pijpjen noch een mael afbrack, dat ick het glaesje, niet weder soude connen sluijten, soo heb ick het soo toegesloten aen een sijde gestelt, en mijne observatien, voor dese mael ten eijnde gebracht. Mijn Heer. dit ist geringe, dat ick U. Hoogh Edt heb goet gedacht mede te delen, mijn gedachten, sijn wel geweest, dat de veranderingh, van dese coulueren worden veroorsaeckt, door de lucht, die eenige delen inde Spieritus comt stijver te maken. Maer ick stelGa naar voetnoot12 het oordeel daer van, aen UE. Hoogh Edle Wijsheijt. Neemt dese mijne vrijmoedicheijt ten goede, ick sal na presentatie van mijn seer geringen dienst blijven
Mijn Heer.
UE: Hoogh Edts onderdanichste Dienaer.
Antonj Leeuwenhoeck. | ||
a glass with the naked eye. I discovered the said particles during the evaporation which was very rapid. I again opened the glass on the 23d, the spirit assuming immediately a blue colour and the spirit being of a very blue colour after a few hours. I again sealed the glass and stood it as in fig. 3 and since the thin tubes AB and CD were shortened so much by the repeated breaking off, that it would have been impossible to close the glass again if they were broken once more, I kept it sealed, and finished my observations for the present. Sir, these are the trifles I thought it well to communicate to Your Worship. I thought that the changes of the colours might be caused by the air that stiffens some part of the spirit. But I leave the judgment to your wisdom, I hope you will take my boldness in good and, offering you my slight service, remain Your Worship's most humble servant.
Antonj Leeuwenhoeck.] |
|