Dye hystorien ende fabulen van Esopus
(2013)–Gheraert Leeu– Auteursrechtelijk beschermd
[Folio f1r]
| |
HEt was een ezel die op eene tijt den leeuwe ghemoettede. Ende die ezele | sprack tot hem Mijn lieue broeder god huede v. Ende die leeuwe dit hooren | de begonste sijn hoot te scudden. ouermits grooten toorne die hij hadde Ende met | grooter pijnen conde hij nauwelijcken sijnen toornen ende moet bedwinghen. | [5] dat hij den ezel met sijnen tanden niet en verscoorde. Ende sprack doen in hem | seluen Ten is niet behoorlijcken dat een zoe edelen tant alsulcken snoode bees- | te aen tasten soude. § Want die wijse en sal niet quetsen den dwasen noch oic | op sijne woirden achten. maer sal hem laten in zijnen wesen voir die ghene die | hij es |
|