Wie gaat er met ons mee?(ca. 1890-1900)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] De schoonmaak. De Winter is verdwenen, de Lente is weer in 't land, De vensters staan reeds open - de kachels zijn aan kant; Nu gaan wij aan de schoonmaak van 's morgens vroeg tot laat: Wij wasschen en wij plasschen in huis en op de straat. De kleinen en de grooten, zij werken weltevrêe - Ja, ieder helpet een handje aan 't groote huisfeest mêe. Mijn kleine pop ligt ook in 't bad, Maar ach! wat is het water nat: Ik zal dus maar naar huis toe gaan En doen daar drooge kousen aan Vorige Volgende