Voor vriendlijke oogjes en hartjes(1896)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Het domme Motje. De kaarsvlam trekt het motje aan, Zij dacht: ‘waar komt die vlam van daan, Zoo schitterend en prachtig? Kom, 'k zie het graag eens van nabij, 't Lijkt fraaier toch dan wol of zij'.’ Och, 't licht werd haar te machtig - Zij vliegt er in, ja, telkens weer - En viel toen dood bij 't kaarslicht neêr. Vorige Volgende