De groote poppen vergadering te Utrecht(1889)–Fredericus Hendrikus van Leent– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] De Verloting. In de rijk versierde Kunstzaal Ziet men tal van moeders staan, Die met blijde kinderrijen De verloting gadeslaan. Ieder kind staart naar zijn keuze, Voor geen schatten thans te koop; En zoo menig hartje beeft er Van Verwachting, Vrees en Hoop. Hoor! daar juicht er een zoo vroolijk: ‘Zie eens, naar de prijs, van mij!’ En de nommers die er volgen, Stemmen knaap en meisjes blij. Blonde Lize, won een dame, Rijk getooid in zijde en bont; en haar makker kreeg een Jonker, Die bewaakt werd door zijn hond. Iedereen ontving een prijsje - Al of niet door hem begeerd - Tot in 't eind de blijde schare, Vroolijk juichend, huiswaarts keert. Elke pop kreeg een bestemming In het Paradijs op Aard'. Om in 't zoet geluk te deelen Van dien reinen Kindergaard. Vorige Volgende