Haerlemmermeerboeck
(1973)–Jan Adriaansz Leeghwater– Auteursrechtelijk beschermd15.Een zeker Man van de Ryp, die my wel bekent is, I. A. L. W die troude zyn laatste Vrouw, het welk een Vryster was van twee en veertig jaren, ende den Man was acht en tzestig jaren oud, ende doen die Man ende Vrou drie ofte vier jaren by malkanderen geslapen hadden, doen baarde die Vrou een jonge Soon, doen was het Kindt twee-en tzestig jaren jonger als de Vader, ende die Man zyn oudtste Dochter was een en vyftig en een half jaar ouder als ’t jongste Kind, te weten haar Broeder. | |
16.Noch een merkelyk stukxken, het welke my zelver gebeurt is. Het is ontrent twee en dertig jaren geleden, dat ik van de Ryp af over ’t Ys na Hoorn gegaan ben, met een groot Paart, over de Schermer ende de Naansloot, waar van de Voerman was Cornelis Meines: ende wy zyn des avonts wederom behouden in de Ryp gekomen, ende dat op den vyf en twintigsten dach van de Maart, ende den zeven-en twintigsten dach ben ik noch met een Handt-slee over het Ys gegaan om eenige Waren te halen. |
|