Haerlemmermeerboeck
(1973)–Jan Adriaansz Leeghwater– Auteursrechtelijk beschermd8.Anno 1649. op den 7. July ben ik by de Schout van Wormer geweest, genaamt Lucas Fransz mijn goede bekende, die heeft my verhaalt van een oud paar volks, waar van den Man de Schouts oom was, ende de Vrouw zijn Peete-moey, de Man was zijn naam Cornelis Adriaansz. van Rossem, | |
[pagina 29]
| |
ende de Vrou was geheten Aaltjen Geerts; deze Luiden waaren woonagtig in ’t Lant van Luik, in ’t Stedeken Hamet, in ’t Verkens-bos. Deze voorsz. Luiden hadden met malkanderen getrout geweest styf hondert Jaren, ende en hadden geen kinderen geteelt; zy leefden zo lange tot dat zy oud waren hondert ende vier of vyf en-twintig Jaren, ende zy waren in haar jonkheit getrouwt. | |
9.Nog verhaalde my de Schout hier by, dat zijn eigen Vader, genaamt Frans Lucasz op een zekere tyt gegaan was van Eindhoven na den Bos met een mant met eieren ende met boter, ende hy verkogt twee-en-veertig eieren voor een stuiver, ende voor een kop boter kreeg hy een oortjen. | |
10.Anno. 1649. 20 Augusti, heb ik nog een Notabel stukxken vernomen, van een Vrouw in de Beemster, die van de Ryp van afkomste is, by my wel bekent, geheeten Erf Pieters, daar ik zelver mede gesproken heb, die heeft my verhaalt van haar eigen Soon, geheeten Gysbert Gerretsz. Slot, die nu vyfthien jaren out is, die ik mede gezien ende gesproken heb, deze voorschreven Jongman, doen hy thien jaren oud was, hadde hy een bestevaar in ’t leven, ende die bestevaar hadde nog een bestemoer in ’t leven, welke bestemoer 115 Jaar oud was doen zy gerust is, ende zy sterf in ’t Jaar 1644. haren naam was Styn Slotten, zy was woonagtig op Corte-hoef: So dat die Jongman de vierde graad is, het welke ik van mijn leven niet meer geweten nog gehoort en heb. |
|