Haerlemmermeerboeck
(1973)–Jan Adriaansz Leeghwater– Auteursrechtelijk beschermd4.Ik heb wel eertyts groote conversatie gehadt met een zeker Man die uit het Noordelant van Nieuwe Nierop van geboorte was, genaamt Reier Dirksz. die my verhaalde van de eenvuldigheit van het Volk in Noort- Hollant, hoe dat aldaar van oude tyde in het geheele Dorp van Lange-dyk niet meer als twee of drie paar schoenen waren, dewelke gespaart wierden voor de Schepenen en Regenten van het Dorp, wanneer dat zy na den Hage soude trekken, so trokken sy die schoenen aan, ende doorgaans gink het Volk met klompen ende hooiblokken, ende het Vrouw-Volk gemeenlyk met strompelingen om de kuiten van de beenen, ende met besuinen aan haar voeten, gelyk in mijn Jonkheit ook veel gezien heb: Zo dat het gemeene Volk haar met een kleintjen en soberlyk moesten behelpen. | |
5.Over veel Jaren ben ik tot Leiden geweest, daar ik met een Portier wel bekent was, die doen een oudt Man was, die verhaalde my, dat hy een Timmerman in zijn tyt geweest was, ende dat hy aan de palen van de Haarlemmer-dyk, tegen Sparendam ende Amsterdam wel gewrogt hadde in zijn Jonkheit, dat aldaar doen op het Y so veel Salm gevangen werde, dat hy verscheidemaal zyn lighaam versaat hadde met gezooden ende gebraaden Salm, ende dat voor vyf duiten. | |
6.In ’t Jaar 1626, doen ik in Holstein op de Megger ende Barmer zee voor Lant-meter diende, doen heb ik verscheiden maal met de Heeren Bedykers in een Herberge geweest, daar wy een maaltyt te samen teerden van gezooden ende gebraden, met goet bier daar by, ende dat de Waardinne niet meer van ons eischte als een dutgen, dat is drie stuivers. | |
7.Nog een notabel stukxken van een oud Man, ende een oude Vrouw die tot Groot-huizen by de Kerk woonagtig zijn, die bier ende broot te koop houwen, de selve hebben agt-en tzestig Jaren met malkaren getrouwt geweest, ende sy sijn nu twee-en tnegentig Jaren oud, dewelke mijn Soon Jan Jansz. Leegwater selver gezien ende gesproken heeft. |
|