De hazen en andere gedichten(1983)–Ed Leeflang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Hommage We neusden op de Nieuwmarkt rond en struinden de dag door, namen warme wijn, de vorst bleef doordrammen als een reus. Je had slechte zin, maar de andere ochtend schaatsten we de Waver af en kwamen los van verspeelde liefde, schuld en het gevoel zich te moeten haasten. We staken onze hand op tegen houthakkende amper met een neus uit hun pels stekende boeren en waren weg tussen bevroren geel riet; de bonte kraaien vluchtten niet. Je sloeg een knotwilg op zijn schouder, uit scheve hoeven werd de rook omhoog gedacht, stilte reikte tot aan niemands verschiet en je zei: Goed, hier komen ze dan niet, de dalvers en de scheefgelegen hoeren. Dagelijks ben ik in je buurt, ik lees je vaak, je teksten zijn uitnemend te zingen. Je oerhollandse dood - hoeveel jongens van de gestampte pot tellen onze letteren helemaal? - kan zich als ik vis of groente haal met de natuurlijke stelligheid van je gedichten in de marktkreten aan me opdringen. Vorige Volgende