De hazen en andere gedichten(1983)–Ed Leeflang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Duinen Zoals altijd is er een dierenspoor. Er staan gewone brem, slangekruid, ossetong en koekoeksbloemen. Sommige konijnen begonnen een hol, maar groeven niet door. In de spaarbekkens hangt het water; je zou er munten in kunnen gooien als in het bassin van een fontein. Bast is van jonge bomen afgeknaagd. Zie toch hoe de dag werkelijk wentelt en er van alles uit de tijd valt, ritselend. hoe schelpen gaan, knerpend, hoe niemand meer opraapt, hoe niemand meer ergens naar vraagt, hoe de wind heengaat: zonder geest te zijn wat hij afrukt verwerpend. Vorige Volgende