De hazen en andere gedichten(1983)–Ed Leeflang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] 1937 Mijn moeder verloor haar portemonnee, zij belde bij alle buren, omdat ze voor zeven gulden kon koken, wassen en huren. De school aan de overkant zocht ook al mee. De hele stad wist er volgens mij van hoe een kind zich schamen kan. In ons portiek bilde een man en vroeg om een boterham. Mijn moeder gaf een dubbele snee met leverworst, zij huilde omdat het zover met mensen en mannen kwam. De buurvrouw kwam terug van boodschappen doen. Ze had weer niets gevonden, maar zag, zei ze, iemand die zingend de mussen voerde in het plantsoen. Het klopte. Een grote man op een slof en een schoen. Vorige Volgende