De hazen en andere gedichten(1983)–Ed Leeflang– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] 1945 De Duitsers stonden bewaakt bij elkaar bij de uitvalsweg, een troep verrotte augurken. Sommigen waren jongens zo oud als ik met niets dan regenlucht om zich heen. Eén roerde in een vierkant pannetje op zijn hurken. De oorlog was over, door kinderen verloren, met veel te lange geweren getraind, als tovenaarsleerlingen van het kwaad geboren. Zij leren hun tafels moeiteloos, zij laten zich doden bij Elst en Verdun, ze kunnen meer brood aan dan je dacht. Hun verveling grenst altijd aan boosheid, ze schoppen tegen de dagen aan als tegen vuilnisbakken. Lang blijven ze op de muren schrijven en naar de kleren en de onkwetsbaarheid van de volwassenen snakken. Vorige Volgende