Uit 's levens ernst en kluchten(1904)–Eliza Laurillard– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 150] [p. 150] Wat niemand weet. Niemand weet, schoon geleerdheid al veel er van zeî, Wat het eerst hier geweest is, een kip of een ei; Uit wat oorzaak driekleurige katten bestaan, Maar een kater haast nooit met drie kleuren er aan; Om wat reden de Donau geen palingen heeft, Als schier overal elders die vischsoort toch leeft; Hoeveel minder 't bezit wel moet zijn dan 't gemis, Eer de titel van kaalkop toepasselijk is; [pagina 151] [p. 151] Wat verband er toch is van de sekse en de stem, Wat het achterste of 't voorste mag zijn van een tram; Maar - 'k was wijzer, als 'k niet zulk een optelling deed: Niemand weet recht, hoeveel wel een mensch nog niet weet. Vorige Volgende