Bloemen en knoppen(1878)–Eliza Laurillard– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 89] [p. 89] De oude tasch van den postbode. Daar ligt ze nu, versleten, Die oude leed'ren tasch, Die niets bevat op heden, Maar - waar zooveel in was! De cijfertaal des handels, Der vriendschap hart'lijk woord; Het ‘welkom in den lande!’ En 't ‘laatst vaarwel van boord’; Der kind'ren kleine wenschen, 't Bevel van Staat en Kerk; De dank voor raad en hulpe, De bede om brood of werk; [pagina 90] [p. 90] Het zwart geheim der boosheid, Het woord van heil'gen zin; De taal van haat en dreiging, De zoete spraak der min; 't Bericht van blijde redding, 't Bericht van bitt'ren nood; De tijding der geboorte, De tijding van den dood; - Al wat het menschenleven, Zoo bont en vol, doorkruist, Heeft, voor en na, in 't donker Van deze tasch gehuisd. En, waar het uit de plooien Te voorschijn werd gehaald, Daar heeft de wolk gedreven, Of wèl, de zon gestraald. Daar had het harte jubel, Of wèl, het oog een traan; Daar werd de vloek vernomen, Of wèl, 't gebed gedaan. [pagina 91] [p. 91] Waar is nu al die vreugde? Waar is nu al die smart? - Voorbij is menig leven, Gebroken menig hart. Maar, - alles blijft op morgen Gelijk het gist'ren was. Een nieuwe tasch is noodig, In plaats van de oude tasch. En ook weêr in die nieuwe Schuilt rouwbetoon en feest, - Dit, hoe ook 't leven wiss'le, Blijft wat het is geweest. Vorige Volgende