Bloemen en knoppen(1878)–Eliza Laurillard– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Eeuwig. Wat is eeuwig? - Peinzend turen We in de diepten van dat woord, En we mijm'ren over: duren, Altijd duren, immer voort! Wat is eeuwig? - Wilt ge iets weten Van dat diepe en hooge woord, En iets van zijn inhoud meten, Stervelingen! komt en hoort! Den breeden voet in 't hart der aarde, Den top door 't wolkgevaarte heen, Stond daar een berg, - een reus van steen, Dien de onbenoembare Oudheid baarde. [pagina 87] [p. 87] En God beval: ‘Dat telkenmale, Als twintig eeuwen zijn vergaan, Een arend uit dat bergblok hale Een stuksken als een korrel graan!’ Toen, - voor de tweede maal verschenen, - Die arend met zijn snavel sloeg, Wat was toen veel, dat de aarde eens droeg, Voorbijgegaan, voor goed verdwenen! Wat al geslachten uitgestorven! Wat bloei verschrompeld en verdord! Wat kracht vernield! Wat roem verdorven! Wat heerlijkheid in puin gestort! En toen de derde breuk geslagen, Het derde grein was weggedaan, Wat was er toen weêr veel vergaan, Met zooveel honderdduizend dagen! Wat stammen, sinds 't begin, ontbonden! Wat staten lang al uitgebloeid! Wat steden onder de aard verzwonden En dicht met onkruid overgroeid! [pagina 88] [p. 88] Zoo bleef 't. - Een wichtig stuk historie, Zoo rijk, zoo vol, was telkens heen, Als de arend op den berg verscheen, - Een schat van bloei en sterkte en glorie! En toen die arendsbek ten leste Van heel den berg, eenmaal zoo groot, De laatste korrel nam, die restte, Wat was er toen niet weg en dood! Hier breekt de maat, bij 't cijfers lezen, Hier schiet het dieplood van de lijn, Hier zou bereek'ning waanzin zijn En raming zou verbijst'ring wezen. Maar, ziet! hoeveel mocht gaan en komen, Door al die jaarmiljoenen heen, - - Van eeuwig was niets afgenomen, Toen 't laatste korreltje verdween! Vorige Volgende