De kus eener prinses.
Een Russisch prins kwam eens bij den beroemden geneesheer michaël schuppah von langnau te Emmenthal om dezen over eene ongesteldheid te raadplegen. Zijne dochter, even jong, als schoon, vergezelde hem. Er waren meer vreemdelingen, en kort daarna trad ook een oud man met sneeuwwitte haren binnen, welken de geneesheer eerbiedig te gemoet ging en begroette.
Een jong Fransch edelman, die dit spottend aanzag, keerde zich tot de dames met de woorden: ‘Ik wed, om twaalf louis d'or, dat geen van u dien ouden Zwitser omhelzen zal.’ Terstond liet de schoone, jeugdige vorstin zich een bord brengen, legde twaalf goudstukken daarop, en noodigde den Franschman uit om zijne weddenschap gestand te doen. Deze kon, eershalve, zijn woord niet intrekken, en legde, hoe weinig lust hij er ook toe had, dezelfde som op het bord. Nu ging de goedhartige prinses naar den grijsaard en zeide: Eerwaardige rader, vergun dat ik u naar de wijze van mijn land omhelze! Met deze woorden kuste zij hem op de beide wangen, en gaf hem vervolgens het goud ten geschenke, daarbij voegende: Dit be-