grond waar zij nu is wel eens heeft gelezen.
Was het toeval of een bestemming, dat zij zich toen reeds zo interesseerde voor de gewoontes en de eigenschappen van het volk in dat kleine landje aan de Noordzee?
Lang tijd om erover na te denken krijgt ze niet, want vrouw Krijger komt alweer terug.
‘Zo, dat is dat,’ zegt ze terwijl ze naar een kast gaat en wat theekopjes pakt.
‘Je drinkt toch zeker ook thee?’ vraagt ze aan Elze.
‘Graag,’ luidt het antwoord.
Vrouw Krijger zet de kopjes vlug uit, vier in getal, en schenkt de thee in. Dan zegt ze: ‘Wacht, de baas en Margje even roepen, die zijn op de deel bezig.’
Er gaat een schok door Elze: Dus Margje is ook thuis!
Vrouw Krijger is maar even weg, komt dan met de anderen terug en herneemt het woord: ‘Eerlijk, ik vind het bijzonder leuk dat jij eens komt. Ja, voor de bazar geven we natuurlijk, nietwaar, baas?’ vraagt ze aan haar binnenkomende man.
Die heeft nog niet eens de gelegenheid gehad om Elze te begroeten en zegt, terwijl hij op haar toeloopt: ‘O, Elze van Harm en Dieke, nietwaar?’ Hij reikt haar de hand en Elze voelt, hoe stevig die boer doordrukt.
‘Inderdaad, naar die naam luister ik,’ lacht ze.
Maar Margje kent haar beter en is reeds direct bijzonder joviaal tegen haar. ‘Hallo, Elze!’ groet ze.
‘Ik kan wel zien, jullie kennen elkaar al langer,’ merkt vrouw Krijger lachend op.
‘Ja, we hebben elkaar al dikwijls gezien,’ antwoordt Elze.
Dan stokt het gesprek even.
Vrouw Krijger heeft het in de gaten en begint, naar haar man ziende: ‘Ja, die bazar, wat moeten we daar nu voor geven? Een stuk of wat kippen, wat konijnen of zo iets?’
Dirk Krijger kijkt even nadenkend naar buiten, dan antwoordt hij: ‘Ik heb er nog acht konijnen zitten, stuk voor stuk mooie