Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] III Latere gedichten [pagina 115] [p. 115] Aan mijn vriend dichter X... Wat maakt dat ras daar voor een bijster leven! Hun malle bende warrelt om uw voeten; hun stem is heeschgeschreeuwd van raad te geven, zij die uw gang op aarde richten moeten, die redders van uw ziel, door niets gedreven - o kale ridders! - dan uw eigen goed en uw zaligheid en die slechts hiernaar streven, dat ge eens zoudt heilzaam voor uw zonden boeten! O gij, die iemand zijt, veracht het praten dier niemands en hun palingengekrinkel, al waren zij wel duizend advocaten, zoo koen verschanst in hunnen vrouwenwinkel, want 't is uw doel steeds hooger op te zien en hun gansche waarde is 't, dat ze u mochten dienen. November 1900 Vorige Volgende