Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Stijgend langsheen Sinte-Goedelekerk O zwart gevaarte boven 't hoofd zwaar hangend in de donkre lucht, wat heb ik in uw diepten al gesmacht, gebeden en verzucht! O levend steenen wezen! Hier, door angst gejaagd, door hoop gestaald, ben ik, naar 's harten wondergang, wild opgedraafd of kalm gedaald. Geen enkle boezemtrilling, die - géén wentling mijner ziele, die niet weerluidde in uw torenklank vol zoete of sombre poëzie; en van mijn eerste groote smart tot aan mijn laatste zielsgeween, 't is alles in uw bouw vergroeid en 't spreekt mij toe uit elken steen. Krank is nu 't lichaam, krank het hart, dat in onpeilbre smart verviel, maar worstlend tegen God en lot jaagt stormend op de ontembre ziel! November 1897 Vorige Volgende