Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] En verre tochten... En verre tochten gaan en zullen gaan... En schepen varen heen en zullen varen... En oogen staren na en zullen staren... 't Slaat wild, mijn harte, en wilder zal het slaan!... Geen woud, doorkruist van wegel, baan en laan, - een oerwoud!... Ach! een droom, die op kan klaren, en is geen droom; vervulde wenschen baren steeds nieuwen wensch, en 't kan niet stille staan, mijn hart, en 't gaat en gaat van in der eeuwen, en bouwt en bonst en breekt en bouwt, en tart al wat gewoonte en wisheid tegenschreeuwen, zoekt smart in vreugde en dan weer vreugde in smart, - week kinderhart, ontembaar hart der leeuwen, mijn menschenhart, - o menschdom in mijn hart!... 1892 Vorige Volgende