Werk(1926)–Prosper Van Langendonck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Zomeravond O zomeravond, smachtend neergevlijd op 't gele veld, in 't Westen goudgetint... Teerkreunend ruischen van den avondwind, die langs de vlakte in zwaren weemoed glijdt... O melodie uit lang verleden tijd, waarvan ik zin noch woorden wedervind... O rust, o stilte, blauwige avonddoom! Doorzichtig ligt ge op verre velden neer... Zoo schouwt mijn geest de beelden van weleer door 't wazig scheemren van een weeken droom, 't Verleden rimpelt, onbepaald en loom, - verzonken stad in 't stilgevallen meer. Verheerlijkt glinstren! onbereikbre trans! O vloeiend zilverlicht zoo hoog verbreid... Den zwoelen nacht doortrilt uw majesteit, de aarde is een matte weerschijn van uw glans; zacht om mijn slapen vloeit uw stalenkrans; mijn zwellend harte vult de onmeetlijkheid. 1892 Vorige Volgende