De gedichten. Deel 3(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 455] [p. 455] Een onvernoegde wever. Een weever bracht zyn Baas een slechte ketting 't huis, En zei, myn kop loopt om, van dat versjerd gepluis. 'k Denk dat ze een redery van spinrag gaan beginnen; Want zulke fyne Zy kan nooit een Zywurm spinnen. Ja, sprak de Baas, myn vriend, het is een booze tyd! De Zy is duur en slegt, en 'k raak geen stoffen quyt. 'k Hoop dat het beetren zal, elk moet wat helpen draagen. Dat bruid me niet zei Jan, 'k zal om een huur gaan vraagen, Al voer ik na de maan. De Baas sprak blyf maar hier. Neem, volgens Salomon, een lesje van de mier. Ja Salomon, zei Jan, had nooit die les gegeeven; Had hy hier Trajumfant voor Smousen moeten weeven. Vorige Volgende