De gedichten. Deel 3
(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij
[pagina 166]
| |
Eerkrans Voor den Ed: Manhaften Heer Cyprianus Crans Janszoon,Van Luitenant tot Kapitein der Burgery verkoren in de 54ste Wyk, te Amsterdam den 2 in Wynmaand 1748.De burgery spreekt.Manhafte Cypriaan, die onder Hasselaar
Uw Eed en Plicht betrachtte in 't midden van 't gevaar,
Wanneer de Raazerny der Volken uitgelaaten,
Doldriftig greep na 't roer van Aemstels Magistraaten,
En paarde glimp van recht met openbaar geweld,
Tot dat der Vadren Godt, door 's Lands verkoren held,
Haar woede heeft gestuit, en 't onweêr doen bedaaren.
Gy volgt als Hopman op, den roem der Hasselaaren,
Den wakkren Gerard, 's Lands getrouwen afgezant:
Dien Christen Vorsten, en het lieve Vaderland,
| |
[pagina 167]
| |
Om zyne wysheid, trouw en eedle deugd, waardeeren:
Een paerel in de kroon van Aemstels Burgerheeren,
Die uitblinkt in 't geslacht, dat eeuwen lang vermaard,
Voor Hollands Vryheid streed door pen, door tong en zwaerd,
En nu door 't Vreêverbond, getekend binnen Aken,
Zyn Burgermeesterschap, onsterffelyk zal maaken.
Wat Glorie is 't voor u, o wakkre Cypriaan,
Aan 't hoofd van 't vaendel des doorluchten mans te staan!
Wat Glorie is 't voor ons dat wy u volgen mogen,
Daar ge ons de trouw en plicht der burgers houdt voor oogen!
DeGa naar voetnoot(*) Gietkunst zette uw naam op Klokken en Kanon,
Uw roem leeft door uw deugd, die duizend harten won.
Manhafte Schuttery, die hem zoekt na te streeven,
Elk vat het glas; drink uit: lang moet de Hopman leeven!
|
|