De gedichten. Deel 3(1751)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Het Zinnebeeld op Holsheis grooten Gedenkpenning voor zyne Doorluchtigste Hoogheid, uitgelegd. Hoc incolvmimens omnibvs vna. Het leevend aanschyn speelt In Frisoos vorstlyk beeld, Uit heldenbloed geteeld, Dat ons heeft vry gestreden. Zo lang dit vorstelyk Zaad Beschermd word voor den Staat, Blyft de Eendracht in den Raad, En zegent Neêrlands Steden. Vnus traho Septem Trahorqve abillis. De Zon der deugden speelt In 't Erfstadhouders beeld, Getrokken en gestreeld, Door zeven Staats Planeeten: Gelyk die Zonnegoed Hun Liefde weder doet: Door de Eendracht, dus gevoed, Bloeijt Neêrlands ingezeten. Op de Tegenzyde De Zon die zich van 't heir des Hemels ziet omringen, Die, draaijende op haar as, Planeeten in haar' kringen En vasten loop bepaalt, naar de evenredigheid Hen ingeschapen, door de Hoogste Majesteit, Doet alle nevels uit den kring des damps verdwynen, Om 't Aardryk met meer glans te koest'ren en beschynen; [pagina 66] [p. 66] Terwyl zy d' invloed der Planeeten na zich trekt, Met haare straalen voedt, en voor de koude dekt: Dit onderling verband geeft klaar den mensch te leezen, 't Almachtig wys bestier van 't eeuwig Opperweezen. Dit geeft de Stempelkunst ons tot een Zinnebeeld, Waar in Prins Willems deugd, en die der Staaten, speelt, Op d' eedlen Penning, die den Held verbeeldt naar't leeven Tot Erfstadhouder in het Vaderland verheven: Hy is de Oranje Zon, die door den dampkring breekt, De harten tot zich trekt, de wederliefde queekt, En haare straalen schiet op Zeven Staatsplaneeten. De Godtheid, in den kring der Eeuwigheid gezeten, Gun Neêrlands Vryë Maagd de zegenryke vreugd, Zich lang te koestren in de Zon van Frizoos deugd. MDCCXXXXVIII. Vorige Volgende