De gedichten. Deel 2(na 1760)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 463] [p. 463] Ter vierenvyf tigste verjaaring van juffrouw Joyanna van Keulen, Weduwe van M. Jurriaan Schuurman. Vergun, roemwaarde vrouw, dat wy u nu verjaaren, En kroonen op deez' dag met eenen letterkrans, Zo kust de poëzy de veder van den gans, En roert tot uwen lof, terwyl gy schryft, haar snaaren. Lang moet zich uw vernuft en kunstpen t'samen paaren, Door letteren vol zwier en zuiverheid en glans, Waar in uw hand verwint de schoonste hand eens mans, En mooglyk nooit een vrouw by u kon eevenaaren. Zo hegt de boekhoudkunst een paerel aan uw kroon, Dat tuig het Munsters volk, van wiens soldy en loon Gy rek'ning hielt, tot eer van uw beroemde veder. Kus lang, tot vreugde, nut en luister van uw stam, Acht kinders, voortgeteeld uit uwe minnevlam, Zo kus Godts Englenrei u namaals zoet en teder. Vorige Volgende