De gedichten. Deel 2(na 1760)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Het wederzyds huwelyks bedrog. Blyspél. [pagina 137] [p. 137] Opdracht, aan den heere Govert van Mater. Beroemde jongeling, die in uw lentejaaren De letterwysheid volgt, in 't Duitsch, Latyn, en Fransch, Waar door uw braave naam met eenen schoonen glans Zal blinken nâa waardy, ter eere van het Spaaren. Het zy uw Kruisgezang op 't roeren uwer snaaren Den geest van de aard verheft, tot aan des hemels trans; Het zy uw Herdersfluit de reijen leid ten dans, Of dat g'een Treurtoon zingt; u passen Dafnes blâren. Dit Huwelyks bedrog ziet andermaal het licht, Dat kenners heeft gesmaakt, en niemants oor ontsticht Door snoode boertery of vuile onkuische reden. Tooneeldicht jokt somtyds; maar ze is een reine maagd. Bescherm de nimf, myn vriend; indien zy u behaagt Zal zy te moediger op Aemstels schouwburg treeden. Pieter Langendyk. Vorige Volgende