De gedichten. Deel 2(na 1760)–Pieter Langendijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Op het Volgeestig blyspél Don Quichot op de bruiloft van Kamácho. Door Pieter Langendyk. Snoeshaanen, ziet in Don Quichot, Die speelende al uw doen bespot, Uw ydelheid en onvermoogen. Gy Minnaressen, sluit uwe oogen, Gelyk Quiteria, voor 't geld Wanneer 't met boersheid is verzeld: Laat u verstand en deugd bekooren, Als Langendyk u stelt te vooren, In dit zyn Blyspél, zo vol geest, Dat ieder die het ziet, of leest, Dien schrand'ren Dichter hoog moet achten, Die, door de schors, met zyn' gedachten, Tot in het merg der zaaken dringt. Myn geest verheugt zig, als hy zingt Op onvervalste Duitsche toonen. Wie zal hem niet met lauw'ren kroonen? Die braave Dichters volgt op 't spoor, Naar Febus godgewyde koor, Daar hy met zuivren glans zal praalen, Zo lang de Dichtkonst schiet haar straalen. H. van de Gaete. [pagina 64] [p. 64] Vertooners. Kamacho, een ryke Boer, Bruidegom van Quiteria. Bazilius, een Edelman, Minnaar van Quiteria. Leontius, een adelyk Landman, Vader van Quiteria. Quiteria, Bruid van Kamacho, en Minnaresse van Bazilius. Laura, Speelnoot van Quiteria. Valasko, Vriend van Bazilius. Don Quichot de la Mancha, een Edelman die zich inbeeldt een doolend Ridder te weezen. Sanche Pance, zyn Schildknaap. Vetlasoepe, een Waal, Kok en Hofmeester van de Bruiloft. De Pastoor. Meester Jochem, Schoolmeester, en Rymer. Boer,}Zingende. Boerin,}Zingende. Zwygers. Bruilofts-volk, zo Boeren als Boerinnen. Dansers en Muzikanten. Eenige Edellieden van 't gevolg van Bazilius. Stommen. Ronsinnant, het oud mager Paerd van Don Quichot. Graeuwtje, de Ezel van Sanche Pance. Het tooneel verbeeldt een Bosch, by een Dorp in Mancha 't Spel begint 's morgens, en eindigt na den middag. Vorige Volgende