Aan den leezer.
Zie hier den vierden druk van dit Blyspél, het welk, buiten myne verwachting, vry gelukkig op het tooneel, tot nog toe, geweest is. De aanmerkingen die verscheidene Liefhebbers der tooneelpoëzye op het zelve gemaakt hebben, en de misslagen die ik daar zelf in bespeurde, na dat ik wat meer kennis van de schikking, die in een spel vereischt wordt, kreeg, hebben my lust gegeeven om het hier en daar te beschaaven. Voornamelyk heb ik getracht om het van de gaapende tooneelen te zuiveren, door het tussenvoegen van korte uitkomsten. Ook heb ik eenige naamen veranderd van de Boeren, hen Spaansche gegeeven, in plaats van Duitsche. Wat de naam van Meester Jochem de Rymer, betreft, die had ook kunnen veranderd worden: maar gemerkt die naam Joachim, in alle Landen gemeen is, heb ik die zo gelaaten. Sommigen hebben my berispt, dat ik 'er een Waal in breng, als Kok; en hem derhalve in Spanje (daar het spel speelt) Walsch doe spreeken: maar my dunkt (onder verbetering) dat zulks eene slechte critique is: want als men een Waal door zyn taal niet mag doen spreeken, mag men de andere Personaadjen ook geen Duitsch laaten spreeken; hier uit zou volgen, dat men alle stukken zoude moeten verwerpen van ons Tooneel die in andere Landen Speelen, indien men verstaan wilde weezen. Van de zelfde natuur is de aanmerking die ik over de taal van myne Boeren gehoord heb. Een Boer is immers een Boer? en spreekt als een Boer? het zy hy in Spanje of hier in Holland in de Veenen woont? Sanche Pance is volgens de Roman van Savedra, daar dit Spel uitgetrokken is, een Boer, die door Don Quichot uit zyn Dorp mede getroond is, om zyne dolle avontuuren te zoeken: derhalve moet hy als een Boer
spreeken. Maar al genoeg daar van. Die zo naauw wil ziften, banne vry alle Tooneelstukken, die in dit Land niet speelen van 't Tooneel, hy zal werk vinden. De aller-