- zij werd er bijna frivool door, alsof het profaan was, op de avond voor Kerstmis een grapje te maken over wiegen. En terwijl zij daar met hun drieën stonden, herbegon het kloppen.
De onbekende vrouw zei: ‘Dat is de wiegen-maker.’
Ze liep met snelle schreden in de richting van het geluid. De vriendinnen volgden haar, zonder nadenken.
‘Wat enig, nu juist, híér, een wiegen-maker!’ fluisterde Lida.
Betsie zweeg. Voor het eerst die middag voelde ze zich vreemd eenzaam zonder haar man.
De vrouw ging door smalle gangen en over een verlaten binnenplaats. Als een kleine, haastige processie liepen zij alle drie door stegen, onder lage poortjes door, langs overhellende gevels en uitgesleten trappen. Soms was het hameren verder weg; en onverwachts klonk het vlak naast hen, achter een hoge, smalle deur met een klopper.
Terwijl de vrouw die klopper greep en hem deed neergaan tegen de deur, zag Betsie, wat hij voorstelde: het was een ijzeren hand, welke op een hart sloeg. Een hart met stralen er omheen.
Daarbinnen, achter die grauwe deur, zweeg de hamer. Het duurde even, voordat zij schreden vernamen. Toen de deur open draaide, aanschouwden ze een man met een baard.
Het was niet deze baard, en het was evenmin zijn stem, welke over deur en omgeving de ouderdom wierp van het eindeloze. Alsof zij verwacht waren, zo konden de drie vrouwen binnentreden.
Ze stonden in een klein, laag vertrek. Onder het schijnsel van een aarden tuitlamp leek het aantal wiegjes in de beknopte ruimte niet te tellen. Vlakbij de lamp stond een werkbank met heel primitieve timmermaas-werktuigen: een hamer, een beitel, een handboor, een zaag, een schuursteen, vierkante draadnagels.
‘Wat enig!’ fluisterde Lida. ‘Hier zullen we misschien iets origineels vinden, Bets!’ Ze snuffelde langs de kleine bedjes, met vertederd genot.
De onbekende jonge vrouw praatte met de man. Ze hoorden haar helder spreken, zonder zin of woorden te beseffen. Hij gaf met diepe stem antwoord.
‘O, kijk es!’ lispelde vriendin Lida, en trok Betsie geestdriftig mee, ‘die héél oude wieg, zeg...! en déze...! en díe!’
Mevrouwtje Betsie zag met verbazing, dat er zeer uiteen-lopende
modellen waren: schaalwiegen, mand-wiegen. Beschilderde en blank
houten. Er waren prachtige, met goud en zilver ingelegd. Enkele, die