zongen met panische ijver.
Misschien heeft de vader des huizes die zak van de oude man willen overnemen - zij waren al dicht bij de kamer en hij stak hulpvaardig de hand uit. Zo ver kwam hij echter niet, want op dit ontroerende ogenblik riep Wimpie, verdekt opgesteld bij de kapstok: ‘Boe!!’
Paps stootte zijn hoofd, Mams sloeg een bitonaal akkoord aan, Dippie barstte los in gillend huilen, omdat ze stellig meende, dat Sint dit lawaai maakte.
En terwijl de ouders zich nog een vijftigste seconde trachtten te bezinnen op hun oudste zagen zij, hoe vreselijk Sinterklaas geschokt was. De goede Heilige stond even stil. Daarna stapte hij wankel de kamer binnen, greep zich aan de tafel vast, tolde half om en gleed ruggelings op de grond. Zijn mijter flapte naar voren als een torenspits in de storm. Onder de schoonheid van goud-broderie en witte kant staken twee zeer menselijke knieën omhoog, waarop zijn doodsbleek hoofd neerknikte. De staf en de zak waren hem ontglipt met naar gestommel.
De familie dook van feestvreugde in hevige ontsteltenis.
Wimpie had dit toch niet bedoeld. Toen hij aanschouwde, hoe innig menselijk Sinterklaas schrok, toen hij begreep hoe groot de gevolgen van zijn wraakzucht waren, schoot er een bibber door zijn lijf.
Met ijshanden sloop hij de kamer in, en stond verbijsterd naast Sint, die snel en nerveus door Paps werd ge-E.H.B.O.'d. De mantel los, de mijter af. Ach, dat arme, slappe, witharige hoofd... De prachtige baard die blauw leek tegen de geel-witte wangen.
‘Is 'ie dóód...?’ vroeg Wimpie sidderend aan zijn moeder, die inderhaast trachtte, de schelbrullende kleintjes weg te werken van het al te dramatisch tafereel.
‘Ga wèg!’ zei Mams tegen Wimpie en keek hem aan met rare, geschrokken ogen, alsof hij een nachtmerrie was. Zij dreef de andere kinderen snel naar de keuken, naar Gijsje, die de deur uit barstte, alsof ze door de muur heen alles had gezien.
Wimpie stond versuft. Het duizelde hem, als hij trachtte te overzien, dat hij Sinterklaas had vermoord. Al die andere kinderen, die tevergeefs zouden wachten...
Hij moest ervan slikken. Hij snoof zo hard als hij kon, want hij had natuurlijk weer geen zakdoek in z'n zak.
Maar opeens vermande het jongetje zich. Hij deed drie stappen naar het dressoir, schonk een glas water in, greep de fles eau de cologne