revolver in de onderste lade van zijn bureau weggemoffeld heeft onder alle heerlijke rekeningen met ‘voldaan’ erop, is er geen vuiltje aan de lucht.
In cabine 10 wordt mevrouw Ter Haarden ontvangen door miss Anita, en dadelijk kwettert haar stemmetje los over de prachtige huwelijksreis: de tocht door Schotland, het logeren bij kennissen van ‘mijn man’ op een oud kasteel, de doedelzakmuziek, de autotocht naar Londen, die dagenlang duurde, Londen zelf, Piccadilly en de Strand en het bezoek aan een beautyparlour daar, en: ‘o, já, miss Anita! nu moet u toch es horen! De wereld is zo belàchelijk klein....!’
Mevrouwtje's schouders schokken en haar gezichtje ontsnapt in een schater aan de reinigende invloed van twee vingers met cleansingcream. ‘Wie denkt u, dat we daar op een avond in een café ontmoetten?! U zult 't niet gelóven, hahahaha!!’
Miss Anita vergeet genietend haar werk en vraagt gespannen: ‘Now? Wie then?’
‘Meneer Rafen met zijn vrouw....’ kraait Mimi.
‘Meneer Raf'n met sain vrau....’ Ja, dat is grappig, maar er is toch ook iets tragisch in, voelt Anita.
‘Juffrouw Lindes,’ verduidelijkt de cliënte.
‘Miss Lind's? - Sain sai getrouwd?!’
‘Oók op de huwelijksreis!!’ giert mevrouwtje.
Miss Anita gaat opgewonden lachend op de toilettafel zitten. ‘Heus?’ vraagt ze gretig, terwijl ze van agitatie de cleansingcream aan een weerbarstige haarlok afveegt, ‘heus?!’ Ze schatert ook, jubelend van meeleven met de andere patiënte: ‘What fine! What 'n mop! And how sag sai eruit?’ Ze vergeet nooit die ene maal, dat ze Ina behandeld heeft.
‘Mooi,’ zegt Mimi, sans rancune.
Miss Anita verkneukelt zich in een tweezijdig plezier; begrijpt dan wat deze cliënte toekomt: ‘Sag sai uw?’
‘Já!’ giert Mimi opnieuw. ‘Allebei!’
De assistente kreunt van nieuwsgierige spanning. ‘What toen?’