miss eh.... vindt u heus bevrediging in uw werk?’
Op Jean's bevestigend antwoord gaat ze voort: ‘Ik geloof, dat ik doodging, als ik de hele dag staan moest; en dat voor zo'n beetje geld.’
Het meisje bloost. ‘Maar het is niet so little,’ weerstreeft ze, ‘en ik can gaan sitten.’ Ze duidt op de kruk.
‘Nonsens,’ zegt Ada. ‘Ik heb nog nooit een assistente ontmoet, die zittend kon werken. Tenminste góéd werken. Allemaal theorie....’
Miss Jean antwoordt niet. Ze trekt met de voet de kruk naar zich toe, en gaat er bedaard op zitten. Dit is gewoonweg een uitdaging. Tot overmaat zegt ze even later: ‘Now, now! deze behendling was a good een. Oh, my, uw wangen sijn quite rood....’
Ada's ogen flikkeren. Ze informeert: ‘Hoeveel kost zo'n behandeling?’
‘Tien gulden, mevrau.’
Uit de hoogte zegt Ada: ‘Ik bedoel voor mij. U weet toch wel, wie ik ben?’
‘Oh,’ miss Jean wiegt op haar kruk van bevreemding, ‘maakt that a verskil?’
Ada veert op. De vlammen slaan haar uit. Eerst die ongewone manier van haar meteen in de cabine te stoppen, dan de idiote onnozelheid van zo'n hersenloze pierewiet en nu deze brutaliteiten: die kruk en die prijs!
‘Belt u meneer Berrends,’ bitst ze. ‘Ogenblikkelijk!’
‘Oh! heb u uw pain ghedaan?’ schrikt het meisje.
‘Ik wens de directeur te spreken,’ snerpt Ada, triomfantelijk woedend.
Miss Jean zwiept demonstratief met kruk en al naar de telefoon: ‘Hello.... it's you, Adrie? Oh, thank you, quite well.... Say....’
‘De directeur!’ gilt mevrouw Geerts.
‘Heb ye 't verstaan?’ vraagt Jean laconiek. ‘Yes. Tell him to be quick.’
Ze hangt de hoorn op. Neemt 'm terug: ‘Hello.... we are in number six....’
Ada schuimbekt. Ze ademt snuivend met haast pijnlijke