Koosje Honc haar opzettelijk genegeerd. Alles om André.
Doch hij is het waard.
Als ze zijn armen klemmend om zich heen voelt en zijn begerige kus op haar mond, terwijl zijn adem brandend langs haar wang veegt, dan weet ze in reddeloze zaligheid, dat hij alle moeite waard is, omdat hij eindelijk dit geluk bracht.
Vriendschap vindt ze een steriel, nutteloos sentiment. Het is leeg en schaduwachtig naast de zinnelijke vervoering, welke André geeft.
Johanna klemt zich vast aan de blik van zijn ogen en de vleierij van het brutale sterke lichaam en aan de drang van zijn roekeloze handen, met alle hartstocht van haar onvervuld bestaan. Ze komt tot nieuw leven; opeens weet ze, dat ze nooit jong geweest is, het nu nog zijn moet. Ze haast zich, mooi en slank te lijken, elegant te lopen: vrouw te zijn.
Het schijnt wel, of haar huid gehoorzaam alle preparaten opneemt, en bloeien gaat: een late bloem bij ondergaande zon.
Juffrouw Greta weet dit niet, doch ze begrijpt iets. Het stemt haar altijd opgewekt, als ze zo'n effect ziet van een behandeling. Ze trekt snel nog enige haartjes weg van de dunne gebogen wenkbrauwen en begint dan met de maquillage.
Het vreemde is, dat Freule Mervelinck Trip, sinds ze tegenwoordig opgemaakt is, een zeer stijlvol masker heeft.
Met de ronde ogen onder de wenkbrauwbogen, de forse neus en de gewelfde mond toont ze veel gelijkenis met sommige oude koppen van Holbein en Cranach.
Toen ze op een keer in avondtoilet de brede trap afkwam, zag ze met een schok van blijde verrassing in de tegenover haar hangende spiegel: ik lijk op Coenraad Dollenbeyl en op zijn dochter Odilia van Haesselt.
In de oude boeken staat, dat Coenraad de naam Dollenbeyl kreeg om zijn ontembare strijdlust, en dat zijn dochter Odilia, die huwde met Boudewin van Haesselt, de