Directeur Berrends zet haar echter op haar gemak. Hij legt uit, dat al dit geld niet inééns uitgegeven wordt, maar in een half jaar ongeveer. En dat het van betrekkelijk blijvende waarde is. Dat elke vrouw, die zichzelf respecteert, haar uiterlijk behoort te verzorgen. Hij raadt haar, naar een goeie kapper te gaan, en een bekende corsetière te raadplegen.
Frank noemt het woord ‘modezaak’ niet, want hij begrijpt, dat een vrouw met een goed verzorgd uiterlijk daar vanzelf belandt, en ze moet ook niet, door teveel adviezen, de indruk krijgen, dat er niets goed is aan haar.
Juffrouw Diller neemt een abonnement voor twintig behandelingen.
Ze wil meteen beginnen, doch de directeur legt haar uit, dat dàt helaas onmogelijk is.
Hij neemt een huistelefoon op, en informeert, wanneer een van de assistenten vrij is. Morgenochtend om half twaalf kan juffrouw Greta nog helpen. Past het mevrouw?
‘Ja, zeker!’ zegt Louise. Ze voelt zich een dame van de wereld worden, al zit de nieuwe waardigheid haar nog wat slobberig om de magere schouders.
Vervolgens wordt er een rapport over haar samengesteld.
De juiste naam? Geertruida Louise Diller.
Gehuwd? Nee.
Heeft ze een vak?
‘Secretaresse in een zaak,’ zegt ze. Zo kun je de enige typiste van een klein kantoor immers best noemen. Uitgevloekt worden door de baas is ook een vorm van intieme samenwerking.
Juiste leeftijd? Veertig-en-een-half. Iets dergelijks zeg je met neergeslagen ogen.
Zo; dat is genoeg. De nuidgesteldheid moet na de eerste behandeling bijgeschreven worden.
‘Tot morgenochtend half twaalf dus, jufrouw Diller?’
‘Ja,’ antwoordt Louise opstaande. Ze knikt tegen de buigende jongeman. Ze schrijdt de deur door; de ontvangzaal is nu een oude bekende, die, zij 't ook afgemeten, glimlacht.