Spiegel aan de wand
(1969)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
‘U moet uw tante als voorbeeld nemen,’ zegt juffrouw Greta. De bedoelde tante is mevrouw Hendersen, de eeuwig jonge. ‘Wie kan haar aanzien, dat ze vierenzestig is? Ongelooflijk! Zo moet u ook worden. Maar u moet willen.’ Haar handen gaan rustig en veerkrachtig over de huid. De beweging is eerbiedig. Dat is ze niet om die huid, maar om de cream, die opgebracht wordt: extra-gecomprimeerde hormoon-emulsie. Een klef, licht-oranje preparaat, waarvan een klein potje zevenendertig-vijftig kost! Maar je moet het succes gezien hebben, om te kunnen geloven, dat zoiets bestaat! Hemel! het is bijna griezelig. Natuurlijk is het wel een flinke prijs, maar in vergelijk is het goedkoop... Juffrouw Greta zegt, met vertrouwelijke stembuiging: ‘U moest dit óók eens kopen -’ Door dat ‘óók’ weet Ina Lindes, dat tante Hendersen het preparaat gebruikt. Haar glimlach is vriendelijk, maar mat, als ze haar antwoordt: ‘Ik heb toch zoveel geld niet!...’ Zo. Nu wordt de cream afgewist. Niet langer dan tien minuten mag het op de huid blijven. ‘Het heeft u inderdaad nog jonger gemaakt, mevrouw,’ verkondigt juffrouw Greta hartelijk. Ina vindt het zo lief van haar, dat ze mevrouw zegt. Want Ina Lindes is niet getrouwd. Ze verdient haar brood als mannequin, en neemt nooit iets aan van haar minnaar. Ze heeft op dat punt haar idealen. Er is maar één ding, dat ze van hem verlangt: een vraag. Ze heeft het antwoord immers al lang klaar. Maar de vraag komt niet. Gisteren heeft ze een ontdekking gedaan. Ze weet niet, of ze er blij om is, of niet.... Behalve, dat een huwelijk met Bob het enige geluk voor haar betekent, zou het ook haar redding zijn. Een kind is fataal voor je figuur. De zaak zal haar niet meer kunnen | |
[pagina 15]
| |
gebruiken, als 't zichtbaar wordt.... ‘U bent toch niet ingedut, mevrouw?’ informeert juffrouw Greta half lachend. Mevrouw. Ina heeft nooit aan zulke titels gehecht; nu zijn er opeens tranen onder haar gesloten oogleden. ‘Prikkelt het erg?’ vraagt de stem boven haar. ‘Het is een nieuw zuurstofmasker.’ ‘Wel lekker,’ zegt Ina. Haar stem is onvast. Juffrouw Greta kijkt bezorgd naar de lijnen bij de neus. Wat weet ze van de zorgen van deze vrouw? - Gisteravond heeft Ina getracht, met Bob te spreken. Hij was net zo speels als een jong bokje. Ze kon hem niet tot ernst brengen. Op 't laatst zei ze: ‘Bob - zou je niet met me kunnen trouwen?....’ Hij had zijn hoofd tegen haar knie gedrukt, en bleef even stil zitten. Er was iets in de geur van haar zijden japon, dat hem opwond. Hij snoof eraan, onbewust. Het viel van hem af. Met een ruk hief hij het hoofd op en keek haar aan. Ze las alleen maar nieuwsgierigheid in zijn ogen. En dat schroeide opeens, diep in haar opgeschroefde moed. ‘Ik ben toch - ’ ze zweeg, ‘een fatsoenlijke vrouw,’ had ze willen zeggen. Maar ze wist, dat het absurd zou klinken. Ze was bang, dat hij zou lachen. Ze vindt zichzelf anders wèl fatsoenlijk. Ze is volkomen trouw aan hem. Maar op dat ogenblik viel de publieke opinie als een guillotine op haar oordeel. ‘Ben je zwanger?’ vroeg hij, op de man af. Ach, en toen wist ze, dat ze moest kiezen. De draad van haar geluk was plotseling zo dun - Ze koos de man. Het kind betekende eenzaamheid, schande, armoe. De man: bescherming, geluk en werk. En wellicht een huwelijk met hem, later, en tòch nog een kind - Hij vond de bevestiging van zijn vermoeden in haar bleke glimlach: ‘Misschien gaat het nog wel over....’ Hij was toen ernstig geworden. Van verliefdheid was | |
[pagina 16]
| |
geen sprake meer. Dodelijk onthutst was hij. Zijn het dan alleen getrouwde mannen, die blij zijn, als ze vader worden? Later sliep hij in haar armen in, als een angstig kind bij zijn moeder. In haar leefde een diepere angst. De hele nacht heeft ze wakker gelegen, met de slapende man tegen zich aan, haar hoofd naar het zijne genegen. De zacht geparfumeerde geur van zijn donkere haren is Ina in die uren ondraaglijk geworden. Van morgen zei ze: ‘Zou je niet eens een andere brillantine kunnen nemen?’ En hij mompelde maar wat, en dacht, dat dit het eerste verschijnsel van zwangerschap was. Toen hij weg was, heeft ze kinine ingenomen. Als je driemaal daags een grote dosis neemt, verdwijnt het wel. Ze begrijpt zelf niet, waarom ze het niet meteen gedaan heeft. Waarom ze hem verteld heeft.... En toch.... ‘Vindt u deze nieuwe kleur poeder niet prachtig?’ zegt juffrouw Greta. ‘Het is het allerlaatste, “Diane” heet 't.’ Ina Lindes kijkt in de spiegel. Vanzelf strijkt over haar gelaat de ambtsglimlach. Het is zo zot, dat alles een naam heeft. Daar is nu een lichtgeel poeder, dat ‘Diane’ heet. Haar japon heet ‘Nuk tendre’. Ellendig, dat je zoiets dragen moet - ‘Uitstekend,’ zegt ze. Haar ogen knipperen tegen het felle licht uit de narcissen. ‘Werkelijk heel mooi.’ Juffrouw Greta schroeft het potje hormoon cream dicht en zet het weg. Ze tekent aan: Mevr. Lindes. 9 Januari. Huid slap. Hormoonmassage. Goed succes. Melancholie. Haar groet is machinaal, ontdaan van medeleven: ‘Dag mevrouw. Ja, tot volgende week.’ Ina Lindes is mooi. Zoals zij daar de brede marmeren trap afdaalt, benijden haar vele vrouwen: een triomfante verschijning. |
|