Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Onweer boven de polder God gooit met donderballen naar de bliksemkegels. Hij kent het rond der vuurgebonden regels: zijn worp is honderdduizend donderponden zegen, en luister: hij gooit bolledol alle negen! Hoor, hoe het knisterknettert en tuimelt! De kleine, beneden, wordt vreze-beduimeld; en wie tot vandaag nog niet wou geloven, krijgt het nu flitsflatsbom even van boven. Een engel tracht God zingend te kalmeren - maar met neuren kan men de triomf niet eren. God houdt de donderballen in zijn scheppingskolder en speelt holderdebolder donderflonder boven de polder. Hij schiet met helle fliksembliksemregenpegels - - en ver over de polder vertuitelen de kegels - - - - Vorige Volgende