Open dichtwoord op de levensvreugde(1982)–Olaf J. de Landell– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Gotiek Zij waren zo van geloof doorglommen, dat ze vanzelf naar de Hemel klommen. Ze hebben zo lang hun gebeden gezongen, dat ze door de lichtpoort drongen: ze hebben de Engel ten ingang gezien en daarbinnen de glans van een mantel misschien - Toen flitste een fonkelende steen, - en dat joeg hen terug naar de aarde heen. Toen ze behouden op Vaders grond landden, hielden ze een stuk Heilig Hout in hun handen en iemand boog voor een droppel Bloed en murmelde leugenvrij Wees Gegroet. Ze waren geen heiligen, die 't leven verzaakten - ze waren thuiskomers en aangeraakten, wier werk voor ons is blijven stralen om van hun Hemel-nautiek te verhalen: kijk naar God door hun gouden ramen! Amen- amen - amen- amen - Vorige Volgende