‘In Amerika -’ begon hij. Zo begint hij elke zin, maar we luisterden, om te horen wat men in Amerika met Cupido deed. ‘In Amerika hebben ze verdomd leuke tuinbeelden, zeg, van plastic!...’ zei hij. Zie je wel, daar had je 't al! ‘Nee,’ zeiden wij klassiek.
‘Maar hemel, luister nou even,’ stribbelde hij tegen. ‘Het zijn bizonder aardige dingen, sterk, onverslijtbaar, zeg!’ Wie verslijt er nou een Cupido?... ‘Je kunt ze bestellen in Florida,’ vertelde Taco.
‘Niet zo ontzettend duur, en weet je, wat het aardige is?Je kunt ze opblazen!...’ Dat leek ons het toppunt van smakeloosheid. ‘Man, laat me toch uitpraten!’ overloeide Taco onze bezwaren. ‘Ze zijn niet groter dan zo'n veertig centimeter, zie je... maar je kunt ze oppompen tot bijna twee meter...! En ze blijven prachtig in proportie, je hebt er gewéldig succes mee!’
Dat laatste heeft ons zwak gemaakt. Antoon zei nog, dat hij tegen een Cupido was, met een ventiel ergens. Bovendien kon zo'n beeld lek worden. Had je 's avonds een Cupido van twee meter, om de volgende dag een exemplaar van veertig centimeter te vinden! - Maar wij hadden ons laten lijmen door dat succes. Hoe komt een mens toch zo zwak?...
Taco bestelde zo'n ding. Er was een afbeelding van, het zag er heel goed uit: een dik ventje met weinig textiel en een pijl-en-boog - enfin, u kent het!
Het kwam per vliegtuig, en ik moet zeggen: het was af. We kwamen allemaal bij Taco om het te bekijken, tot Antoon toe, die nog mompelde over rotzooi en ventielen en moderne troep. Maar hij eindigde ook met het steengrijze beeldje goed te achten. Het moest worden gemonteerd op een blok steen of marmer - dat bestelden we dus bij de grafsteenmaker.
Alles kwam op tijd, we waren aanwezig bij de aanbieding, en Kees en Betty vonden het alleraardigst! Het beeld werd vastgemoerd op het voetstuk, nadat we met mekaar de definitieve plaats hadden gevonden in de tuin.
‘Hij moet een beetje lucht hebben,’ zei Taco, die straalde van on-Hollandse triomf. Voor die lucht zouden dan de twee zoons van Kees en Betty zorgen: Jan en Kees junior. ‘Niet teveel,’ onderwees Taco.
Ze gaven het beeld een paar slaagjes met de pomp, en ja, er kwam juist die ronding in, die lief was. ‘En je kunt 'm wassen!’ zei Betty,