Wij klonken allemaal, behalve Liza, die stiklachte en zei: ‘Hoor hèm...! Henkie, schat, wat zei je daar, proost...! Hahaha!’
En wij lachen. Ja, waarom lacht een mens toch? Ik denk soms dat het een soort bladvulling is. We waren vrolijk, we dronken op hun welzijn, Liza gierlachte, nou ja, wij ook. Je wilt niet achterblijven.
Vier weken later was er een klein etentje bij Ria; en Henk toostte. Hij had zijn tekst iets vervolledigd. Hij zei: ‘Prosit!’ En glimlachte weer.
‘Wat zeg je nou?’ schaterde Liza, die wij intussen hadden leren kennen als een opgewekt type. Gunst, hij zei ‘prosit’, en dat was wel wat deftig. Wij lachten ook, maar waren toch verbaasd: was het zó geestig...? Maar daar sta je niet bij stil. Ook niet, als een half jaar later Henk ergens opstaat en zegt: ‘Santjes, hoor!’ Naast hem was, als een te grote schijnwerper op een klein beeldje, de schaterende reactie van Liza: ‘Santjes! Hahahahahaha! Henk, wat bèn je toch een rare...!’ We vonden het wel feestelijk. Henk lachte ook, iedereen riep: ‘Santjes!’ en verder viel niets ons op.
Dat Henk een jaartje daarna ‘Santé!’ zei, en dat Liza lachte, vonden we al een beetje gewoon. Toen bij hun trouwen Henk ‘Hoebeliwoe!’ riep - dat was de kreet van hun club - en Liza brulde, vonden we dit volkomen in stijl.
Waren we zulke domkoppen?... Henk glimlachte - het was de dag dat hij dit vrouwtje volgens recht en wet aan zich bond. Ach, wat waren we ontroerd, ondanks hoebeliwoe!
Bij de eerste verjaardig van hun huwelijk gaven ze een klein, intiem etentje. Henk keek stralend naar Liza, hief zijn glas en zei: ‘Jongens, op de overjarige bruid - hoi!’ We schaterden allemaal om deze toost, maar ver boven ons uit loeide de gastvrouw: ‘Hoi zegt 'ie!!! Oh, Henk, ik lach me dóód om jou...!’
Een van de vrienden zei toen tegen me: ‘Ze is toch wel erg lacherig...!’ Maar ik was nog zo bot, hem bekrompen te vinden.
Ik werd pas wakker, toen drie jaar later diezelfde vriend aan een etentje met Engelsen, waar Henk een toost uitbracht, zei: ‘Nou gaat Liza brullen van het lachen.’ Henk dronk de gasten toe: ‘Your health!’ en ja, Liza gilde. Ik lachte om de opmerking van die vriend, en bekeek Henk. Een kort moment meende ik een aarzeling in zijn ogen te zien - een verbijstering van kleine afmeting en zeer snel vergaan.