reed hij de nacht in, zijn vijanden achterna.
En galopperende door de duisternis bad hij God en de Heilige Maagd, zijn geliefde te beschermen, en hem de weg te wijzen tot haar bevrijding.
De maan kwam op, en volbracht haar baan langs het firmament; het open veld wisselde met bossen; de paardevoeten klopten over steen en fluisterden door zand, - maar de horizon bleef leeg voor Gayferos.
De dageraad greep met gouden handen langs de kim, de hemel werd licht en de nacht vluchtte weg - doch Gayferos zag het spoor van zijn vijanden niet.
Hij reed, tot zijn paard van vermoeidheid bleef staan. Hij rustte. En in de helle dag vervolgde hij zijn weg naar de zuid, vloekend op verraad en wraak, biddend voor zijn geliefde.
De dag werd tot nacht, en de nacht werd weer dag - vele, vele malen. De zon school achter wolken, regen verkwikte het veld; zomer verwoei in herfst-goud en herfst verbleekte tot kille winter; maar geen weg toonde Gayferos de voetstap die hij zocht, en de einder bleef leeg.
Melisenda was als een geest uit zijn bestaan gevaagd, en verdwaasd speurde de ridder, en vroeg en luisterde, overal...
Zo verging een jaar. Als een keten spande Gayferos zijn nasporingen van landstreek naar landstreek, van kasteel tot kasteel. Hij sprak de taal van de Saracenen, hij at hun voedsel. Melisenda bleef verre.
Nogmaals verstreek een lente, een zomer, een herfst, een winter. Twee jaren waren voorbij, drie verstreken er. En altijd door zocht de edelman, luisterend naar elke stem, of hij niet die éne zou horen..., keurend elke gestalte, of hij haar niet mocht herkennen aan een klein gebaar... - Want ergens - èrgens zou toch Melisenda nog leven...
Zij mocht niet gestorven zijn, zo ver van zijn armen...
Nog weer verstreek een jaar. En daarna weer één - zeven jaren legden hun ervaringen op de schouders van Gayferos. Hij wist bijkans niet meer, dat hij vermomd was. Hij kon zich niet herinneren, hoe de gouden rusting aan zijn lichaam had gesloten, drukkende met die veilige zwaarte, welke zijn machtige spieren vol vreugde hadden gedragen... Zon en wind en regen hadden hem beter ver-