‘Terugvinden? Wat is dat?’ vroeg een haas. Doch zijn wijfje dook op achter een koolstruik, en riep: ‘Ben je daar?!’ en toen begreep iedereen, wat terugvinden was, want de haas dacht aan geen vraag of antwoord meer.
Ja, het was wonderlijk: het land Verte vlocht zich door het ganse Paradijs. Het was er een deel van, het was eigenlijk opeens overal - en geen wezen hoefde nog te zoeken naar wat hij het allerliefste zag. En de schepselen waren nòg gelukkiger.
Maar ach, weet u - wij doorgronden ons geluk niet als we geen verschil kennen. En nu de ogenblikken van eenzaamheid waren weggenomen, zodat het weerzien voortdurend was, raakten alle dieren daaraan gewend. Hun betoverde voetstap werd gewoonte, hun glimlach bleef als zij sliepen, hun blijde stemmen streelden wellicht zelfs God op den duur niet meer. De gelukzaligheid was zo onophoudelijk algemeen, dat niemand het meer besefte.
God dacht daar lang over na. Hij begreep, dat er tegenstelling moest zijn om het loflied klank te geven. Hij maakte toen de nacht, om de schepselen onderscheid te leren. Zij zagen de duisternis en dachten dat ze de ogen al hadden gesloten - maar ze misten mekander niet, want door duisternis en droom vlocht zich het land Verte en allen waren tezamen. Maar ze prezen de zon de volgende ochtend; en God wist dat er verschil moest zijn.
En zonder dat hij het besefte, maakte zich deze wetenschap uit hem los, en zij werd een wezen vol verstand - maar Gods hart was daar niet bij. Het wezen dacht: ‘Duisternis en licht?.... Dan ook dorst naast de koele zee - honger onder de vruchtboom - pijn in de lust - angst in de vreugde - angst, ANGST!...’ en het overwoog dit alles.
Het verstand was echter te hard; het kon de trappen van stijgend inzicht niet meer dulden - dat leek allemaal te mild en te klein. Bliksemsnel steeg het verstand met zijn denken tot in de hoogste top van consequentie; en het ging tot de twee mensen, de man en de vrouw; en noodde hen, van de appel te proeven. Want dan zou alles, wat het verstand juist achtte, er zijn.
Ja, u en ik weten, wat er is gebeurd. De mensen aten van de