Hij liet de uniformen binnen, en ging hun dus voor naar de dure kamer. Maar toen hij zich toch lichtelijk bevend en met hazen-oren terugtrok in de bijkeuken, bleef hij met zijn mouw haken aan de knop van een deur, die open vloog. Daarachter vertoonde zich een trap. Een diensttrap. En aangezien dominee altijd had gezegd, dat hoger klimmen leidde tot meer wijsheid, ging Jules die trap op.
Het licht was er net genoeg om de treden te zien, geen plank kraakte, je kon je in de bocht dekken voor beneden en boven. In éen woord: een juweel van een trap.
Boven was een schuifdeur, waar hij eerst grof tegenaan duwde, tastend naar enige knop; maar toen week het ding zo vriendelijk zijdelings, dat hij het foefje doorzag. De deur gleed zonder enig gerucht weg; hij stond op de bovengang, naast de logeerkamers. Kon je meteen begrijpen, wat voor schoft de baas van dit huis was. -
Jules stond stil en luisterde.
Hij hoorde Dora beneden, achter een deur, jankerig praten.
Aan het feit dat ze zo veel sprak en de kans kreeg, voort te gaan, begreep hij dat er geen vuiltje aan de lucht was. Ze scheen alleen te zijn met die smerissen. -
Hij glipte een kamer binnen en strekte de hand naar zo'n roomkoffer. Plat, duur, lichtgewicht. In de hoek een goudkleurig wapentje. Zijn vingers tastten fijntoppig langs de sluiting, die begrijpend reageerde.
Daarbinnen was allemaal ragdunne bloesemblad-textiel. Dit waren dus de schilletjes van een echte prinses. Hemeltje, hemeltje, als hij nu eens per geluk flonkers vond!...
Zijn handen zwommen als radarvissen tussen de koele zijde-met-kantjes, hij dacht met zijn nagels de geur van parfum te snuiven. Maar diamanten rook hij niet. Nee, ook niet in de zijvakken....
Een ogenblik stond zijn hart in een punt omhoog, toen zijn duim iets glads en koels raakte. - -
Maar het was een bevallig krultangetje met een snoer.
En toen hij niets vond, begon hij zich verhit te schamen voor dit lekkere woelen in vrouwenzijdjes. Hij hield op, en streek log de deining glad. Verblindend, al dat bleke rose.