wijding aan blauw bloed en bevelende heersers.
De barones raakte haar nerveuze irritatie kwijt, terwijl ze naar hem keek. Ze werd bevangen van een soort vertedering. ‘Geen zenuwen, hè,’ zei ze hoogachtend. ‘Dan moet je mij zien!... Die eerlijkheid heeft me gesloopt....’
‘Veel te zwaar voor je,’ stemde de baron in.
‘Ik sta te trillen op m'n benen,’ bekende de barones, en krabde haar ring, ‘ik hèb 't niet meer!...’ Ze zuchtte en schudde het hoofd in voorbarig mea culpa.
Maar de aanwezige heren zagen met het blote oog dat ze dan altijd nog zo veel wèl had, dat ze best mocht mee doen.
De vlag hing als een verzopen jurk aan de lussen. Jules begon te trekken. Een briesje bolde het doek, dat wulps uit de vouwen schaterde en wuivend de zomermorgen vierde tot de bries even adem moest halen.
‘Kom, ik ga maar eens naar de achtertuin,’ converseerde de hertog.
Dat trof de barones, die het regisseren niet scheen te kunnen laten. ‘Wat moet je in de achtertuin?!’ vroeg ze, alsof hij daar een bot begraven kon hebben.
‘Daar ga ik een sigaretje roken,’ legde de hertog uit, ‘dan kun je me roepen, als mijn verloofde is gearriveerd.’
‘Ze ìs je verloofde nog niet,’ wees de dame hem terecht. ‘Je moet haar nog vragen.’
‘Dat doe ik na de koffie,’ pareerde hij elegant.
Het bedierf even haar stemming, want hij had al eerder een prinses met wie zij innig bevriend was geweest, na de koffie gevraagd. Ze beheerste zich en streek met een symbolisch gebaar de gordijnen glad. Dat zou haar ook wellicht hebben geholpen, als door haar te actief strelen niet de stof een beetje was gedraaid, zodat de voering zich toonde. Daar werd een schattig kroontje zichtbaar, zwart op het bleke rose, lieflijk gebogen met zeven punten.
De barones leek zich eraan te steken. Ze vergat er haar diepgezonken ring voor. ‘Hoe kàn dat!...’ zei ze.
Maar terwijl ze zich had gebogen, was beide mannen opgevallen, dat het klapje, door de Boom vroeg in de morgen van dit bezoek op enig dik gedeelte van de barones gegeven,