Maar hij negeerde ze, zoals hij in zijn loopbaan veel had leren negéren. ‘Goed, mevrouw,’ prees hij. En vervolgde zijn weg met sterker geloof in rechtvaardigheid.
Boven vond mevrouw Gravelinc echter weinig soelaas. Daar was alleen Liza in een mallotige witte jurk, welke scheen te bestaan uit een overdaad aan ceintuur en een tekort aan rok. ‘Hoe vindt u dit, mama?’ kirde ze kinderlijk.
‘Verschrikkelijk akelig,’ gaf mevrouw Gravelinc te kennen. Men wil toch ernstiger zaken onder ogen zien, als de landwijn nog uit de rokken siepelt. ‘Ik waarschuw je, Liza, dat we vanavond wellicht beter níét - eh -’ Toen ontdekte ze juffrouw Parels, de naaister, in een vensterbank, waar ze als een gek zat te rimpelen (japonstof). Mevrouw zweeg.
‘O! maar mamáá!’ Liza stond star in haar witte ceintuur met taartrand, en zweeg ontregeld.
‘Er is vanavond een - - cocktailfuif...,’ zei mevrouw Gravelinc, toch nog met veel expressie, en blikte geheimzinnig naar de naaister, welke verbeten priegelde.
‘Nu...,’ aarzelde Liza met het begin van stralende opluchting, ‘dan - - eh - zal ik daarvoor iets nodig hebben. Zou dit dan niet áárdig zijn?...’
‘Dit zal nooit aardig zijn,’ orakelde haar moeder, die niet begreep dat de naaister zo noest naaldde om haar woede te ontladen - zij was de ontwerpster van de taartrand. ‘Ik vind het vréémd en ongeschikt,’ voltooide mevrouw Gravelinc. ‘Je ziet eruit als een pistache - en dat ligt niet aan jou, dit keer.’
Liza moest hiervan pruilen. Wellicht had ze met haar nog niet tot volle wasdom gekomen smaak juist het pistache-achtige zo aantrekkelijk gevonden.
‘Denk toch aan je prestige als -’ bijna had mevrouw Gravelinc gezegd: ‘als vertegenwoordigster van een dure autofirma’, doch het scheen alsof Liza haar niettemin begreep.
‘Wat - zou ik dan moeten aantrekken...?’ informeerde ze doodvoorzichtig.
‘Ik zou zeggen een mantelpak,’ raadde haar moeder.
Toen bemerkte Liza de krans van druppels rondom haar moeder op het roze tapijt, en zette zulke verwilderde ogen op, dat mevrouw Gravelinc zweeg. Ze hapte een paar keren oefenig naar lucht. ‘Ik moet me verkleden,’ zei ze toen koel. ‘Joris