mag trouwen, zal ik het naar beneden gooien. Dussss!...’
Haar vader bezag haar met broeiende haat. Zou hij nu zo diep moeten zinken, dat hij zijn woord verkocht voor een afgekloven stukje brood, met wellicht niets erop?! -
De hond liet aller-onverwachts los. Uitermate geraffineerd. Het been, waaraan de voet zat, zwaaide van louter lichtheid omhoog, zodat zijn bezitter het toch reeds armelijk evenwicht verloor. Hij maakte een buiteling om de tak heen, kwam op handen en voeten in het gras terecht, en vond een haastige stabiliteit in drie verrukkelijke sprongetjes.
De hond was enthousiast, en sprong ook - al was dat lang niet zo goed. Hij wipte op de rug van het dikke wezen, bij wijze van slot-apotheose. Maar zijn corpulente speeltuig leek nog van geen scheiden te willen weten, hoewel de hond dacht, zijn baas te horen fluiten, en dus aarzelde.
Nee, dat wonderlijke schepsel greep hem bij de voorpoten en begon hem in het rond te slingeren. De hond joelde, meegesleept door al zijn gevoelens. Hij hapte naar de vette grijphandjes, en beluisterde intussen met vereerde vreugde het rare gezang van dit kunstwerk Gods: ‘Krèng, krèng, krèng!’ zei het. ‘Ròtdier, snòtbeest, ááp!...!’
Toen ontstond er een hiaat tussen de poten van de hond en die van het dikke wezen. De hond meende verrast, een engel te zijn geworden, en zong met lange psalm-uithalen. -
Daarna vond hij zichzelf terug in een heg, waar hij zo-maar uit kon stappen. Hoewel zijn baas nu dringend floot, moest hij nog even dankbaar omkijken naar het ongelooflijke verschijnsel, dat met hem had gespeeld, en dat nu in zijn eentje op het gras stond te loeien tegen de boom, en daarbij zwaaide met al zijn poten.
‘Ik verbied je, óóit te trouwen!’ gilde meneer Van der Spa. ‘Als ik je ooit weer over een huwelijk hoor, dan slijp ik een punt aan je kop! Verdomme! Ik geef nergens meer toestemming voor! Ik wil je niet meer zien! Verdikke! De zal je kráken! Jou, en die blàdluis van je!...! Verdomme verdomme!... VERDOMMMMME!’
En toen opende hij het hekje van de moestuin, en probeerde in het park zijn nette gedachten terug te vinden.